
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:491
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24-03-2017
- Datum publicatie
- 24-03-2017
- Zaaknummer
-
16/00913
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:7, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:3907, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Procesrecht, huurrecht woonruimte. Vordering van huurder tot ontbinding huurovereenkomst en schadevergoeding: ingesteld tegen de verkeerde partij?
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2017/375
JWB 2017/117
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
24 maart 2017
Eerste Kamer
16/00913
EV/IF
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. M.A.R. Schuckink Kool,
t e g e n
1. [verweerster 1] ,
wonende te [woonplaats] ,
2. [verweerster 2] ,
wonende te [woonplaats] ,
VERWEERSTERS in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] , [verweerster 1] en [verweerster 2] .
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 2477663/13-32809 van de kantonrechter te Den Haag van 27 maart 2014;
b. De arresten in de zaak 200.151.904/01 van het gerechtshof Den Haag van 2 september 2014 en 3 november 2015.
De arresten van het hof zijn aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof van 3 november 2015 heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerster 1] en [verweerster 2] is verstek verleend.
De conclusie van de Advocaat-Generaal G.R.B. van Peursem strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] voor zover het cassatieberoep is gericht tegen [verweerster 1] en tot verwerping van het beroep voor het overige.
De advocaat van [eiser] heeft bij brief van 10 februari 2017 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het beroep;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerster 1] en [verweerster 2] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, G. Snijders, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 24 maart 2017.