
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:402
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10-03-2017
- Datum publicatie
- 10-03-2017
- Zaaknummer
-
16/05799
- Formele relaties
-
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2016:4216
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
10 maart 2017
Nr. 16/05799
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 4 november 2016, nr. 15/5218 AOW, betreffende een besluit van de Sociale verzekeringsbank ingevolge de Algemene Ouderdomswet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur‑Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
Om redenen van proceseconomie zal de Hoge Raad in het midden laten of belanghebbende ten aanzien van het verschuldigde griffierecht een beroep kan doen op betalingsonmacht.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers‑van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2017.