
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:390
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 10-03-2017
- Datum publicatie
- 10-03-2017
- Zaaknummer
-
16/04758
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2016:3828
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2017/696
FutD 2017-0606
NTFR 2017/701
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
10 maart 2017
Nr. 16/04758
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Amsterdam van 16 augustus 2016, nrs. 15/00758 en 15/00759, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Noord‑Holland (nrs. HAA 14/5176 en 14/5177) betreffende een ten aanzien van belanghebbende gegeven informatiebeschikking met betrekking tot de jaren 2011 en 2012 als bedoeld in artikel 52a, lid 1, AWR.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal klachten aangevoerd.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de klachten
De klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 10 maart 2017.