
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:374
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 07-03-2017
- Datum publicatie
- 07-03-2017
- Zaaknummer
-
15/00832
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2017:121, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Geen middelen ingediend, verdachte n-o. Samenhang met 15/00835.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
7 maart 2017
Strafkamer
nr. S 15/00832
AJ/AGE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 28 januari 2015, nummer 22/000806-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , gevestigd te [vestigingsplaats].
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Middelen van cassatie zijn namens deze niet voorgesteld.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring van de verdachte in het beroep.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Nu de verdachte niet binnen de bij de wet gestelde termijn bij de Hoge Raad door een raadsman een schriftuur houdende middelen van cassatie heeft doen indienen, is niet in acht genomen het voorschrift van art. 437, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, zodat de verdachte in het beroep niet kan worden ontvangen.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart de verdachte niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren V. van den Brink en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 7 maart 2017.