
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2017:1252
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 07-07-2017
- Datum publicatie
- 07-07-2017
- Zaaknummer
-
16/06249
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR verklaart het beroep in cassatie n-o.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
7 juli 2017
Nr. 16/06249
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] Ltd te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 9 november 2016, nr. 16/255 V, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank van 22 juli 2016.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 8 maart 2017 gewezen op de verschuldigdheid van griffierecht en voor de betaling een termijn van vier weken gesteld. Deze brief is wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het door belanghebbende in het beroepschrift in cassatie opgegeven adres. Het griffierecht is niet voldaan.
De griffier van de Hoge Raad heeft belanghebbende bij aangetekende brief van 16 mei 2017 in de gelegenheid gesteld mee te delen waarom het griffierecht niet tijdig is betaald. Deze brief is eveneens wegens onbestelbaarheid teruggezonden aan de Hoge Raad, waarna het stuk bij gewone brief is verzonden naar het door belanghebbende in het beroepschrift in cassatie opgegeven adres. Belanghebbende heeft niet gereageerd.
Het beroep in cassatie moet op grond van artikel 8:41, lid 6, Awb derhalve niet-ontvankelijk worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer J. Wortel als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en A.F.M.Q. Beukers-van Dooren, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2017.