
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:628
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 12-04-2016
- Datum publicatie
- 13-04-2016
- Zaaknummer
-
15/01316
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:218, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Beschikking
- Inhoudsindicatie
-
Beklag, beslag ex art. 94a Sv. Civiel- en strafrechtelijk derdenbeslag op banktegoed. Vernietiging door HR met verwijzing naar de CAG: de Rb heeft vastgesteld dat op het banktegoed beslag ex art. 94a Sv rust en had daarom a.d.h.v. de toetsingsmaatstaven dienen te beoordelen of dit beslag gehandhaafd moet blijven. Met haar oordeel dat klagers, gelet op het civielrechtelijk beslag op het banktegoed, geen materieel belang hebben bij een opheffing van het strafrechtelijk beslag op dit banktegoed, heeft de Rb hetzij miskend dat art. 552a.7 Sv bepaalt dat als de Rb het beklag gegrond acht, zij de daarmee overeenkomende last moet geven en niet mag volstaan met enkel opheffing van het beslag, hetzij eraan voorbij gezien dat aan het geven van een last tot teruggave niet in de weg staat dat aan die last niet kan worden voldaan. Overig: CAG over teruggave en de tot de bewaarder gerichte last a.b.i. art. 119 Sv.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
NJB 2016/844
RvdW 2016/540
JOW 2016/11
SR-Updates.nl 2016-0202
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
12 april 2016
Strafkamer
nr. S 15/01316 B
AJ/IV
Hoge Raad der Nederlanden
Beschikking
op het beroep in cassatie tegen een beschikking van de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, van 19 februari 2015, nummer
RK 14/53, op de klaagschriften als bedoeld in art. 552a Sv, ingediend door:
[klager 1] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1966 en [klaagster 2], gevestigd te [plaats] .
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de klagers. Namens deze heeft R.P. Snorn, advocaat te Heerenveen, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan deze beschikking gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal A.E. Harteveld heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden beschikking en tot zodanige beslissing met betrekking tot verwijzen of terugwijzen als de Hoge Raad gepast zal voorkomen.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen keren zich tegen de ongegrondverklaring van de klaagschriften.
Op de gronden vermeld in de conclusie van de Advocaat-Generaal onder 3.4 tot en met 3.7 zijn de middelen terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden beschikking niet in stand kan blijven en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden beschikking;
wijst de zaak terug naar de Rechtbank Noord-Nederland, zittingsplaats Assen, opdat de zaak op de bestaande klaagschriften opnieuw wordt behandeld en afgedaan.
Deze beschikking is gegeven door de vice-president W.A.M. van Schendel als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en A.L.J. van Strien, in bijzijn van de waarnemend griffier A.C. ten Klooster, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 april 2016.