
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2943
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23-12-2016
- Datum publicatie
- 23-12-2016
- Zaaknummer
-
16/03714
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
23 december 2016
nr. 16/03714
Arrest
gewezen op het door [X] te [Z] ingestelde beroep in cassatie tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 17 juni 2016, nr. SGR 15/5200 V, op het verzet tegen de uitspraak van de Rechtbank betreffende een op 14 februari 2012 door [A] te [Q] op aangifte voldaan bedrag aan belasting van personenauto's en motorrijwielen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Het beroep in cassatie is volgens het beroepschrift ingesteld namens [A] te [Q].
Bij aangetekende brief van 25 juli 2016, die volgens de gegevens van Track&Trace van PostNL is afgeleverd op het door de indiener van het beroepschrift opgegeven adres, heeft de griffier van de Hoge Raad de indiener van het beroepschrift verzocht binnen zes weken na de dagtekening van deze brief een bewijsstuk van de aan hem verstrekte volmacht tot het indienen van het beroepschrift in cassatie over te leggen, dan wel een verklaring van degene namens wie hij beroep in cassatie heeft ingesteld, dat deze daarmee instemt. De indiener van het beroepschrift is evenwel in gebreke gebleven aan dat verzoek te voldoen. Daarom gaat de Hoge Raad ervan uit dat het beroep in cassatie onbevoegdelijk is ingesteld, en zal de Hoge Raad om die reden het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2016.