
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2933
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 23-12-2016
- Datum publicatie
- 23-12-2016
- Zaaknummer
-
16/02178
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:1887
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR: art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2017/33
FutD 2016-3156
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
23 december 2016
nr. 16/02178
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 13 mei 2016, nr. 15/00021, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2013 opgelegde aanslag in de waterschapsheffingen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 23 december 2016.