
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2706
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 25-11-2016
- Datum publicatie
- 25-11-2016
- Zaaknummer
-
15/04197
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:983, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:1482, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Contractenrecht. Aanneming van werk. Toepasselijkheid Metaalunievoorwaarden, uitleg exoneratiebeding.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
JWB 2016/421
RvdW 2016/1212
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
25 november 2016
Eerste Kamer
15/04197
EE/JS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiseres],
gevestigd te [vestigingsplaats],
EISERES tot cassatie,
advocaat: mr. H.J.W. Alt,
t e g e n
1. ACHMEA SCHADEVERZEKERINGEN N.V.,
gevestigd te Apeldoorn,
2. [verweerster 2],
gevestigd te [vestigingsplaats],
VERWEERSTERS in cassatie,
advocaten: mr. B.T.M. van der Wiel en mr. D.A. van der Kooij.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiseres] respectievelijk Achmea en [verweerster 2].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak C/01/249927/HA ZA 12-639 van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 12 september 2012 en van de rechtbank Oost-Brabant van 4 september 2013 en 26 februari 2014;
b. het arrest in de zaak HD 200.143.838/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 21 april 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiseres] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Achmea heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep. [verweerster 2] heeft primair geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring en subsidiair tot verwerping. [eiseres] heeft in het niet-ontvankelijkheidsincident geconcludeerd tot verwerping.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.B. Rank-Berenschot strekt tot niet-ontvankelijkheid van [eiseres] in het cassatieberoep voor zover gericht tegen [verweerster 2], en voor het overige tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [eiseres] heeft bij brief van 14 oktober 2016 op die conclusie gereageerd.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
[eiseres] heeft geen klachten aangevoerd tegen de oordelen van het hof ter zake van de rechtsverhouding tussen [eiseres] en [verweerster 2]. [eiseres] dient dan ook in haar cassatieberoep tegen [verweerster 2] niet-ontvankelijk te worden verklaard.
4 Beoordeling van het middel
3. De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu die klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
5 Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart [eiseres] niet-ontvankelijk in haar cassatieberoep tegen [verweerster 2];
verwerpt het beroep voor het overige;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van Achmea en [verweerster 2] begroot op € 6524,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris, vermeerderd met de wettelijke rente over deze kosten indien [eiseres] deze niet binnen veertien dagen na heden heeft voldaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.E. du Perron en M.J. Kroeze, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 25 november 2016.