
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2645
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 08-11-2016
- Datum publicatie
- 21-11-2016
- Zaaknummer
-
15/00640
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1144, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Profijtontneming. W.v.v. uit hennepkwekerij. Aftrek elektriciteitskosten. Hof heeft alleen het deel van de door de moeder van betrokkene voorgeschoten elektriciteitsrekening, dat door betrokkene daadwerkelijk is terugbetaald, aangemerkt als kosten die in directe relatie staan tot de hennepteelt. HR: art. 81.1 RO. Samenhang met nr. 15/00657 P (niet gepubliceerde peek).
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2016/1188
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
8 november 2016
Strafkamer
nr. S 15/00640 P
SLU
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, van 29 januari 2015, nummer 21/001351-13, op een vordering tot ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel ten laste van:
[betrokkene] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1977.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de betrokkene. Namens deze heeft J.I. Veldhuis-Lampe, advocaat te Meppel, bij schriftuur en aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit
De Advocaat-Generaal F.W. Bleichrodt heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsvrouwe heeft daarop schriftelijk gereageerd.
2. Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren J. de Hullu en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 8 november 2016.