
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2586
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 15-11-2016
- Datum publicatie
- 15-11-2016
- Zaaknummer
-
15/02358
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2016:1064, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHDHA:2015:638, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Uitkeringsfraude, art. 225.1 en 225.2 Sr. 1. Ontbrekende aanvulling verkort arrest. 2. Art. 359.2 Sv, uitdrukkelijk onderbouwd standpunt (uos). 3. Bewijsklachten (medeplegen) valsheid in geschrift en het opzettelijk gebruik maken van een vals geschrift. HR: art. 80a RO. Samenhang met 15/01560 en 15/01558.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2016/1198
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
15 november 2016
Strafkamer
nr. S 15/02358
MD
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 24 maart 2015, nummer 22/001067-13, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1981.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze hebben Th.J. Kelder en L.E.G. van der Hut, beiden advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur onderscheidenlijk aanvullende schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schrifturen zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd dat het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk zal worden verklaard.
2 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president A.J.A. van Dorst als voorzitter, en de raadsheren H.A.G. Splinter-van Kan en Y. Buruma, in bijzijn van de waarnemend griffier E. Schnetz, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 15 november 2016.