
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2509
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 04-11-2016
- Datum publicatie
- 04-11-2016
- Zaaknummer
-
16/00469
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHARL:2015:9643
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: 81.1 RO.
- Wetsverwijzingen
-
Algemene wet inzake rijksbelastingen 8
Algemene wet inzake rijksbelastingen 9
Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67a
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2016/2524
FutD 2016-2675
NTFR 2016/2685
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
4 november 2016
Nr. 16/00469
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden van 15 december 2015, nr. 15/00217, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Gelderland (nr. AWB 14/3713) betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag in de vennootschapsbelasting, de daarbij gegeven boetebeschikking en de daarbij gegeven beschikking inzake heffingsrente.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 4 november 2016.