
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:2428
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28-10-2016
- Datum publicatie
- 28-10-2016
- Zaaknummer
-
16/02231
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2016:986
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: 81.1 RO.
- Wetsverwijzingen
-
Successiewet 1956 35b
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
V-N Vandaag 2016/2411
FutD 2016-2605
NTFR 2016/2615
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
28 oktober 2016
Nr. 16/02231
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch van 18 maart 2016, nr. 14/01059, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nr. AWB 14/2870) betreffende een aan belanghebbende opgelegde aanslag in de erfbelasting.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een aantal middelen voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
Belanghebbende heeft een conclusie van repliek ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren Th. Groeneveld en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 oktober 2016.