
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2016:1275
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24-06-2016
- Datum publicatie
- 24-06-2016
- Zaaknummer
-
15/05385
- Formele relaties
-
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2015:4043
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
24 juni 2016
Nr. 15/05385
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 8 oktober 2015, nrs. 14/00764 en 14/00767 tot en met 14/00771, op het hoger beroep van belanghebbende tegen een uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant (nrs. AWB 12/4095 tot en met 12/4099 en AWB 12/4102 tot en met 12/4104) betreffende de aan belanghebbende over de jaren 2001 en 2004 tot en met 2008 opgelegde navorderingsaanslagen in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen, de daarbij gegeven beschikkingen inzake heffingsrente en de aan belanghebbende ter zake van de jaren 2001, 2004 en 2005 opgelegde boetebeschikkingen.
1 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
2 Beoordeling van de middelen
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president R.J. Koopman als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 juni 2016.