
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2015:596
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13-03-2015
- Datum publicatie
- 13-03-2015
- Zaaknummer
-
14/05221
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR verklaart het beroep in cassatie n-o met toepassing van art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
13 maart 2015
Nr. 14/05221
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van de erfgenamen van [X] (hierna: belanghebbenden) tegen de uitspraak van de Rechtbank Zeeland-West-Brabant van 5 september 2014, nrs. AWB 14/3068 t/m AWB 14/3071, op het verzet van belanghebbenden tegen de uitspraak van de Rechtbank van 10 juli 2014.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 maart 2015.