
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2015:3396
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27-11-2015
- Datum publicatie
- 27-11-2015
- Zaaknummer
-
15/03112
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:2315, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2015:946, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Art. 80a lid 1 RO. Onverschuldigde betaling of betaling ingevolge afspraak? Ongerechtvaardigde verrijking?
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
JWB 2015/402
RvdW 2016/11
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
27 november 2015
Eerste Kamer
15/03112
EE/LZ
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[eiser],
wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos,
t e g e n
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
VERWEERDER in cassatie,
niet verschenen.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als [eiser] en [verweerder].
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak C/13/537203/HA ZA 13-257 van de rechtbank Amsterdam van 16 oktober 2013;
b. het arrest in de zaak 200.141.973/01 van het gerechtshof Amsterdam van 17 maart 2015.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Tegen [verweerder] is verstek verleend.
Het standpunt van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden (zie het standpunt van de Procureur-Generaal onder 3-5).
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk;
veroordeelt [eiser] in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van [verweerder] begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren A.M.J. van Buchem-Spapens, als voorzitter, C.A. Streefkerk en V. van den Brink, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 27 november 2015.