
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2015:1453
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 02-06-2015
- Datum publicatie
- 03-06-2015
- Zaaknummer
-
14/02182
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:799, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Afschrift stukken: heeft zich een raadsman gesteld (art. 51 Sv)? Het p-v van de tz. van het Hof houdt o.m. in “Naar aanleiding van het door de raadsman van verdachte […] bij brief van 15 januari 2013 gedaan verzoek schorst het hof […] het onderzoek voor onbepaalde tijd […] met bevel tot oproeping van verdachte […] en met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman van verdachte”. Hieruit volgt dat het Hof ermee bekend was dat zich een raadsman voor verdachte had gesteld. De niet-nakoming van het in art. 51.2 Sv vervatte voorschrift moet worden geacht aan een geldige behandeling van de zaak ter terechtzitting buiten tegenwoordigheid van verdachte en diens raadsman in de weg te staan. Volgt vernietiging.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2015/737
SR-Updates.nl 2015-0264
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
2 juni 2015
Strafkamer
nr. 14/02182
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een bij verstek gewezen arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, van 26 september 2013, nummer 21/002122-12, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1969.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. R.B. Schmidt, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal T.N.B.M. Spronken heeft geconcludeerd tot vernietiging van de bestreden uitspraak en tot terugwijzing van de zaak naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, teneinde op het bestaande hoger beroep opnieuw te worden berecht en afgedaan.
2. Beoordeling van het middel
Het middel klaagt onder meer dat in hoger beroep het voorschrift van art. 51 Sv niet is nageleefd, doordat is verzuimd een afschrift van de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2013 aan de raadsman van de verdachte te zenden.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 15 januari 2013 houdt onder meer het volgende in:
"Naar aanleiding van het door de raadsman van verdachte, mr F.N. Dijkers, bij brief van 15 januari 2013 gedaan verzoek schorst het hof, gehoord de advocaat-generaal, het onderzoek voor onbepaalde tijd in het belang van de verdediging, met bevel tot oproeping van verdachte tegen het nog nader te bepalen tijdstip en met tijdige kennisgeving hiervan aan de raadsman van verdachte, alsmede met kennisgeving van dat tijdstip aan de benadeelde partij."
Hieruit volgt dat het Hof ermee bekend was dat zich een raadsman voor de verdachte had gesteld. Bij de stukken van het geding bevindt zich het dubbel van de oproeping van de verdachte voor de terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2013. Noch uit mededelingen gesteld op dat dubbel noch uit enig ander aan de Hoge Raad gezonden stuk kan blijken dat een afschrift van die oproeping aan de raadsman is gezonden.
Het proces-verbaal van de terechtzitting in hoger beroep van 26 september 2013, naar aanleiding waarvan het bestreden arrest is gewezen, houdt in dat aldaar noch de verdachte noch diens raadsman is verschenen.
Uit hetgeen hiervoor is overwogen, in onderlinge samenhang beschouwd, vloeit het ernstige vermoeden voort dat ten aanzien van voormelde oproeping het voorschrift vervat in de tweede volzin van art. 51 Sv niet is nageleefd.
Dit in het belang van de verdachte gegeven voorschrift is van zo grote betekenis dat, al is dit niet uitdrukkelijk in de wet bepaald, de niet-nakoming ervan moet worden geacht aan een geldige behandeling van de zaak ter terechtzitting buiten tegenwoordigheid van de verdachte en diens raadsman in de weg te staan.
Het middel is in zoverre terecht voorgesteld.
3 Slotsom
Hetgeen hiervoor is overwogen brengt mee dat de bestreden uitspraak niet in stand kan blijven, het middel voor het overige geen bespreking behoeft en als volgt moet worden beslist.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
vernietigt de bestreden uitspraak;
wijst de zaak terug naar het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Arnhem, opdat de zaak opnieuw wordt berecht en afgedaan.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer B.C. de Savornin Lohman als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en V. van den Brink, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juni 2015.