
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2015:1191
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 01-05-2015
- Datum publicatie
- 01-05-2015
- Zaaknummer
-
14/00572
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2015:314, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHAMS:2013:3144, Bekrachtiging/bevestiging
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Art. 81 lid 1 RO. Consumentenrecht. Oneerlijke handelspraktijken. Informatie rentepercentage in reclamefolder bank ‘misleidend’ voor ‘gemiddelde consument’? Art. 6:193a-193j BW en Richtlijn 2005/29/EG.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
JWB 2015/177
RvdW 2015/634
RF 2015/71
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
1 mei 2015
Eerste Kamer
nr. 14/00572
LZ/TT
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
STICHTING MISREKENING,
gevestigd te Leiden,
EISERES tot cassatie, verweerster in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. M.J. van Basten Batenburg,
t e g e n
ING Bank N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
VERWEERSTER in cassatie, eiseres in het voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep,
advocaat: mr. J. de Bie Leuveling Tjeenk.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als de Stichting en ING.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. de vonnissen in de zaak 459105/HA ZA 10-1581 van de rechtbank Amsterdam van 15 december 2010 en 18 mei 2011;
b. het arrest in de zaak 200.094.759/01 van het gerechtshof Amsterdam van 1 oktober 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft de Stichting beroep in cassatie ingesteld. ING heeft voorwaardelijk incidenteel cassatieberoep ingesteld. De cassatiedagvaarding en de conclusie van antwoord tevens houdende incidenteel cassatieberoep zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
Partijen hebben over en weer geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten en voor ING mede door mr. B.M.H. Fleuren.
De conclusie van de Advocaat-Generaal M.H. Wissink strekt tot verwerping van het principale cassatieberoep.
3 Beoordeling van het middel in het principale beroep
De in het middel aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 lid 1 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
Nu het middel in het principale beroep faalt, komt het voorwaardelijk ingestelde incidentele beroep niet aan de orde.
4 Beslissing
De Hoge Raad:
verwerpt het principale beroep;
veroordeelt de Stichting in de kosten van het geding in cassatie, tot op deze uitspraak aan de zijde van ING begroot op € 818,34 aan verschotten en € 2.200,-- voor salaris.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.B. Bakels als voorzitter en de raadsheren C.E. Drion, G. Snijders, G. de Groot en T.H. Tanja-van den Broek, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer G. de Groot op 1 mei 2015.