
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2014:2305
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 08-08-2014
- Datum publicatie
- 08-08-2014
- Zaaknummer
-
14/01596
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
8 augustus 2014
nr. 14/01596
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Den Haag van 14 februari 2014, nr. SGR 12/9500, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank betreffende een aan belanghebbende voor het jaar 2009 gegeven beschikking Kinderopvangtoeslag.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
Ingevolge artikel 78, lid 4 van de Wet op de rechterlijke organisatie neemt de Hoge Raad enkel kennis van het beroep in cassatie tegen uitspraken van de administratieve rechter voor zover dit bij wet is bepaald. Er is geen wettelijke bepaling die beroep in cassatie openstelt tegen een uitspraak van de Rechtbank die is gedaan in een geschil betreffende een besluit als de onderhavige ingevolge de Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen (AWIR). Dit heeft eveneens te gelden indien onder de aangevallen uitspraak van de Rechtbank ten onrechte een rechtsmiddelverwijzing is opgenomen. Het beroep in cassatie dient derhalve niet-ontvankelijk te worden verklaard.
2 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
3 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2014.
Het door belanghebbende als griffierecht betaalde bedrag van € 122 wordt door de griffier van de Hoge Raad aan belanghebbende teruggegeven.