
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2014:2286
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 08-08-2014
- Datum publicatie
- 08-08-2014
- Zaaknummer
-
13/01038
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
FutD 2014-1860
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
8 augustus 2014
nr. 13/01038
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] B.V. te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Gerechtshof te Amsterdam van 3 januari 2013, nrs. 11/00747 en 11/00748, betreffende twee bindende tariefinlichtingen.
1 Het geding in feitelijke instanties
Op verzoek van belanghebbende zijn door de Inspecteur bij beschikking twee bindende tariefinlichtingen gegeven, welke beschikkingen, na daartegen gemaakt bezwaar, bij uitspraken van de Inspecteur zijn gehandhaafd.
De Rechtbank te Haarlem (nrs. AWB 09/4858 en AWB 09/4859) heeft het tegen die uitspraken ingestelde beroep ongegrond verklaard.
Belanghebbende heeft tegen de uitspraak van de Rechtbank hoger beroep ingesteld bij het Hof.
Het Hof heeft de uitspraak van de Rechtbank, de uitspraken van de Inspecteur alsmede de bindende tariefinlichtingen vernietigd.
2 Geding in cassatie
Belanghebbende heeft tegen ’s Hofs uitspraak beroep in cassatie ingesteld en daarbij een middel voorgesteld.
De Staatssecretaris van Financiën heeft een verweerschrift ingediend.
3 Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien artikel 81, lid 1, van de Wet op de rechterlijke organisatie, geen nadere motivering, nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4 Proceskosten
De Hoge Raad acht geen termen aanwezig voor een veroordeling in de proceskosten.
5 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie ongegrond.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren D.G. van Vliet en E.N. Punt, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 8 augustus 2014.