
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2014:154
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 24-01-2014
- Datum publicatie
- 24-01-2014
- Zaaknummer
-
13/04970
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Herziening
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR: art. 80a RO
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
24 januari 2014
Nr. 13/04970
Arrest
gewezen op het verzoek van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tot herziening van het arrest van de Hoge Raad der Nederlanden van 30 november 2012, nr. 12/02402 alsmede van het arrest van 4 oktober 2013, nr. 13/02117.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het verzoek tot herziening
De Hoge Raad is van oordeel dat het ingediende verzoek geen behandeling in cassatie rechtvaardigt omdat het klaarblijkelijk niet tot herziening van voormelde arresten en derhalve niet tot cassatie kan leiden, aangezien het verzoekschrift geen feiten of omstandigheden als bedoeld in artikel 8:119, lid 1, van de Awb behelst.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het verzoek niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het verzoek tot herziening niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer P.M.F. van Loon als voorzitter, en de raadsheren M.A. Fierstra en J. Wortel, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 24 januari 2014.