
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2014:1397
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 13-06-2014
- Datum publicatie
- 13-06-2014
- Zaaknummer
-
14/00592
- Formele relaties
-
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2013:2890
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR: art. 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
13 juni 2014
nr. 14/00592
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 18 december 2013, nr. 12/5425 WAZ, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Assen (12/131) betreffende een besluit op grond van de Wet arbeidsongeschiktheidsverzekering zelfstandigen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de voorgestelde middelen geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de middelen klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 13 juni 2014.