
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:871
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 04-10-2013
- Datum publicatie
- 07-10-2013
- Zaaknummer
-
13/02479
- Formele relaties
-
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2013:BZ7061, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
De HR verklaart het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
4 oktober 2013
nr. 13/02479
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z], Marokko (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 12 april 2013, nr. 11/7189 AKW, op het hoger beroep van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank te Amsterdam van 25 oktober 2011 (nr. 10/641) betreffende besluiten ingevolge de Algemene Kinderbijslagwet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 4 oktober 2013.