
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:84
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 28-06-2013
- Datum publicatie
- 09-07-2013
- Zaaknummer
-
12/06005
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
De HR verklaart het cassatieberoep met toepassing van art. 80a RO niet-ontvankelijk.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
28 juni 2013
nr. 12/06005
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank te Breda van 9 november 2012, nr. AWB 12/1588, betreffende de aan belanghebbende voor het jaar 2009 opgelegde aanslag inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier F. Treuren, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2013.