
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:801
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 27-09-2013
- Datum publicatie
- 30-09-2013
- Zaaknummer
-
13/01200
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR: 80a RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
27 september 2013
nr. 13/01200
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van de Rechtbank Noord-Holland van 11 februari 2013, nr. AWB 12/4200, op het verzet van belanghebbende tegen de uitspraak van de Rechtbank betreffende een voor het jaar 2008 opgelegde aanslag in de inkomstenbelasting/premie volksverzekeringen.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer C. Schaap als voorzitter, en de raadsheren P.M.F. van Loon en Th. Groeneveld, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier A.I. Boussak-Leeksma, en in het openbaar uitgesproken op 27 september 2013.