
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:1623
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 06-12-2013
- Datum publicatie
- 06-12-2013
- Zaaknummer
-
13/03625
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:994, Gevolgd
In cassatie op : ECLI:NL:GHSHE:2013:3609, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Insolventierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
Art. 80a lid 1 RO. WSNP. Tussentijdse beëindiging schuldsaneringsregeling zonder schone lei; art. 350 lid 3, onder c, d en e Fw.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2014/6
JWB 2013/566
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
6 december 2013
Eerste Kamer
nr. 13/03625
EV/EE
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
1. [verzoeker 1],
wonende te [woonplaats],
2. [verzoekster 2],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKERS tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.Ph. Dietz de Loos.
Verzoekers in cassatie zullen hierna ook worden aangeduid als de verzoekers.
1 Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak met het insolventienummers C/02/11/795 R en C/02/11/796 R van de rechtbank Zeeland-West-Brabant van 6 mei 2013;
b. het arrest in de zaak HV 200.126.747/01 van het gerechtshof ’s-Hertogenbosch van 19 juli 2013.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2 Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof hebben verzoekers beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Het standpunt van de Procureur-Generaal strekt tot niet-ontvankelijkheid op de voet van art. 80a RO.
3 Beoordeling van de ontvankelijkheid
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden (zie het standpunt van de Procureur-Generaal onder 2).
De Hoge Raad zal daarom – gezien art. 80a lid 1 RO en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep niet-ontvankelijk verklaren.
4 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren C.A. Streefkerk, als voorzitter, G. Snijders en G. de Groot, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer M.A. Loth op 6 december 2013.