
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:123
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 02-07-2013
- Datum publicatie
- 18-07-2013
- Zaaknummer
-
12/00037
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2013:82, Gevolgd
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Artikel 81 RO-zaken
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
HR: art. 81.1 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2013/1021
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
2 juli 2013
Strafkamer
nr. S 12/00037
BKL
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Arnhem van 30 juni 2011, nummer 21/003381-10, in de strafzaak tegen:
[verdachte] , geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1964.
1 Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J.J.O. Zandt, advocaat te Amsterdam, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De Advocaat-Generaal P.C. Vegter heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
De raadsman heeft daarop schriftelijk gereageerd
2 Beoordeling van de middelen
De middelen kunnen niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81, eerste lid, RO, geen nadere motivering nu de middelen niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3 Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheer H.A.G. Splinter-van Kan als voorzitter, en de raadsheren Y. Buruma en N. Jörg, in bijzijn van de waarnemend griffier S.P.J. Lugtenburg, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 2 juli 2013.