
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2013:1100
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 01-11-2013
- Datum publicatie
- 04-11-2013
- Zaaknummer
-
13/03849
- Formele relaties
-
In cassatie op: ECLI:NL:CRVB:2013:774, Niet ontvankelijk
- Rechtsgebieden
-
Belastingrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
Artikel 80a RO-zaken
- Inhoudsindicatie
-
HR: 80a RO
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
1 november 2013
nr. 13/03849
Arrest
gewezen op het beroep in cassatie van [X] te [Z] (hierna: belanghebbende) tegen de uitspraak van het Centrale Raad van Beroep van 14 juni 2013, nr. 11/3490 AOW en 11/3618 WWB, betreffende ten aanzien van belanghebbende gegeven beslissingen op grond van de Algemene Ouderdomswet en op grond van de Wet werk en bijstand.
1 Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep in cassatie
De Hoge Raad is van oordeel dat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen omdat de partij die het cassatieberoep heeft ingesteld klaarblijkelijk onvoldoende belang heeft bij het cassatieberoep dan wel omdat de klachten klaarblijkelijk niet tot cassatie kunnen leiden.
De Hoge Raad zal daarom – gezien artikel 80a van de Wet op de rechterlijke organisatie en gehoord de Procureur-Generaal – het beroep in cassatie niet-ontvankelijk verklaren.
2 Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet‑ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.A.C.A. Overgaauw als voorzitter, en de raadsheren R.J. Koopman en L.F. van Kalmthout, in tegenwoordigheid van de waarnemend griffier E. Cichowski, en in het openbaar uitgesproken op 1 november 2013.