
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2011:BP4683
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 22-04-2011
- Datum publicatie
- 22-04-2011
- Zaaknummer
-
10/05444
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2011:BP4683
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
Insolventierecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
Faillissement. Verzoek tot omzetting faillissement in schuldsanering tijdig gedaan? Art. 15b lid 1 F. Oordeel hof dat niet aannemelijk is dat schuldenaar wegens hem toe te rekenen omstandigheden niet binnen de in art. 3 lid 1 F. bedoelde termijn een verzoek tot toepassing schuldsaneringsregeling heeft ingediend. (81 RO)
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2011/578
JWB 2011/225
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
22 april 2011
Eerste Kamer
10/05444
DV/AS
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Verzoeker],
wonende te [woonplaats],
VERZOEKER tot cassatie,
advocaat: mr. H.H.M. Meijroos.
Verzoeker tot cassatie zal hierna ook worden aangeduid als [verzoeker].
1. Het geding in feitelijke instanties
Voor het verloop van het geding in feitelijke instanties verwijst de Hoge Raad naar de navolgende stukken:
a. het vonnis in de zaak 216428/FT-RK 10.402 van de rechtbank Breda van 5 juli 2010,
b. het arrest in de zaak HV 200.070.148/01 van het gerechtshof te 's-Hertogenbosch van 7 december 2010.
Het arrest van het hof is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het arrest van het hof heeft [verzoeker] beroep in cassatie ingesteld. Het cassatierekest is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
De conclusie van de Advocaat-Generaal J. Wuisman strekt tot verwerping van het cassatieberoep.
De advocaat van [verzoeker] heeft op 16 februari 2011 schriftelijk op die conclusie gereageerd.
3. Beoordeling van de middelen
De in de middelen aangevoerde klachten kunnen niet tot cassatie leiden. Zulks behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu de klachten niet nopen tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
4. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de raadsheren J.C. van Oven, als voorzitter, W.A.M. van Schendel en W.D.H. Asser, en in het openbaar uitgesproken door de raadsheer A. Hammerstein op 22 april 2011.