
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2010:BL9114
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 06-07-2010
- Datum publicatie
- 06-07-2010
- Zaaknummer
-
09/01371
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2010:BL9114
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
OM-cassatie. Klacht over motivering vrijspraak. HR: art. 81 RO.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
RvdW 2010/937
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
6 juli 2010
Strafkamer
Nr. 09/01371
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Amsterdam van 30 mei 2007, nummer 23/003905-06, in de strafzaak tegen:
[Verdachte], geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1959, wonende te [woonplaats].
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de Advocaat-Generaal bij het Hof. Deze heeft bij schriftuur een middel van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
Namens de verdachte hebben mr. C.W. Noorduyn en mr. Th.J. Kelder, beiden advocaat te 's-Gravenhage, het beroep van de Advocaat-Generaal tegengesproken.
De Advocaat-Generaal Hofstee heeft geconcludeerd tot verwerping van het beroep.
2. Beoordeling van het middel
Het middel kan niet tot cassatie leiden. Dit behoeft, gezien art. 81 RO, geen nadere motivering nu het middel niet noopt tot beantwoording van rechtsvragen in het belang van de rechtseenheid of de rechtsontwikkeling.
3. Beslissing
De Hoge Raad verwerpt het beroep.
Dit arrest is gewezen door de vice-president F.H. Koster als voorzitter, en de raadsheren J.W. Ilsink en W.M.E. Thomassen, in bijzijn van de waarnemend griffier J.D.M. Hart, en uitgesproken op 6 juli 2010.