
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:HR:2005:AT2653
- Instantie
- Hoge Raad
- Datum uitspraak
- 29-04-2005
- Datum publicatie
- 29-04-2005
- Zaaknummer
-
C04/223HR (1410)
- Formele relaties
-
Conclusie: ECLI:NL:PHR:2005:AT2653
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
Omgevingsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Cassatie
- Inhoudsindicatie
-
29 april 2005 Eerste Kamer Nr. C04/223HR (1410) JMH/RM Hoge Raad der Nederlanden Arrest in de zaak van: [Eiser], laatstelijk wonende te [woonplaats], EISER tot cassatie, advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens, t e g e n DE GEMEENTE SITTARD-GELEEN, gevestigd te Sittard-Geleen, VERWEERSTER in cassatie, advocaat: mr. M.E. Gelpke. 1. Het geding in feitelijke instantie...
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
JOL 2005, 267
NJ 2005, 446
JWB 2005/178
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
29 april 2005
Eerste Kamer
Nr. C04/223HR (1410)
JMH/RM
Hoge Raad der Nederlanden
Arrest
in de zaak van:
[Eiser],
laatstelijk wonende te [woonplaats],
EISER tot cassatie,
advocaat: mr. P.J.L.J. Duijsens,
t e g e n
DE GEMEENTE SITTARD-GELEEN,
gevestigd te Sittard-Geleen,
VERWEERSTER in cassatie,
advocaat: mr. M.E. Gelpke.
1. Het geding in feitelijke instantie
Verweerster in cassatie - verder te noemen: de Gemeente - heeft bij exploot van 19 juni 2003 eiser tot cassatie - verder te noemen: [eiser] - gedagvaard voor de rechtbank te Maastricht en gevorderd bij vonnis vervroegd uit te spreken ten name van de Gemeente, in het belang van de ruimtelijke ordening en volkshuisvesting, de onteigening van de percelen kadastraal bekend Gemeente Geleen, sectie [A], nummers [001], [002] en [003], en bij afzonderlijk vonnis vast te stellen de aan [eiser] uit te keren schadeloosstelling.
Bij vonnis van 4 februari 2004 heeft de rechtbank de gevorderde vervroegde onteigening uitgesproken, het voorschot op de schadeloosstelling en de som van de door de Gemeente te stellen zekerheid bepaald en drie deskundigen en een rechter-commissaris benoemd.
Het vonnis van de rechtbank is aan dit arrest gehecht.
2. Het geding in cassatie
Tegen het vonnis van de rechtbank is ten name van [eiser] beroep in cassatie ingesteld. De cassatiedagvaarding en het herstelexploot waarbij een andere dan de oorspronkelijke verschijndag is aangewezen, zijn aan dit arrest gehecht en maken daarvan deel uit.
De Gemeente heeft geconcludeerd tot niet-ontvankelijkverklaring, althans tot verwerping van het beroep.
De zaak is voor partijen toegelicht door hun advocaten.
De conclusie van de Advocaat-Generaal E.M. Wesseling-van Gent strekt tot niet-ontvankelijkverklaring van [eiser] in zijn cassatieberoep.
3. Beoordeling van de ontvankelijkheid van het beroep
Het cassatieberoep, dat ten name van [eiser] is ingesteld, is niet-ontvankelijk, aangezien genoemde [eiser] op 27 oktober 1992 is overleden.
4. Beslissing
De Hoge Raad verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Dit arrest is gewezen door de vice-president J.B. Fleers als voorzitter en de raadsheren D.H. Beukenhorst, A.M.J. van Buchem-Spapens, P.C. Kop en J.C. van Oven, en in het openbaar uitgesproken door de vice-president P. Neleman op 29 april 2005.