
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHLEE:2005:AT8555
- Instantie
- Gerechtshof Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 28-04-2005
- Datum publicatie
- 01-07-2005
- Zaaknummer
-
WAHV 05-00138
- Rechtsgebieden
-
Bestuursrecht
Strafrecht
Bestuursstrafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Zittingsverzoek. Betrokkene verzoekt een behandeling ter zitting indien de beslissing van het hof niet positief voor hem zou uitvallen. Een behandeling ter zitting is bedoeld om partijen de gelegenheid te bieden hun argumenten naar voren te brengen alvorens het hof tot beraadslaging overgaat. Als zittingsverzoek kan niet gelden een dergelijk verzoek dat afhangt van de inhoud van die beraadslaging.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
WAHV 05/00138
28 april 2005
CJIB 19069773681
Gerechtshof te Leeuwarden
Arrest
op het hoger beroep tegen de beslissing
van de kantonrechter van de rechtbank te Amsterdam
van 30 november 2004
betreffende
[betrokkene] (hierna te noemen: betrokkene),
wonende te [woonplaats].
1. De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie in het arrondissement Amsterdam ongegrond verklaard. De beslissing van de kantonrechter is aan dit arrest gehecht en maakt daarvan deel uit.
2. Het procesverloop
De betrokkene heeft tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep ingesteld.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft schriftelijk een nadere toelichting gegeven op het beroep.
De advocaat-generaal is in de gelegenheid gesteld een reactie te geven op de nadere toelichting op het beroep. Van deze gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
3. Beoordeling
3.1. Ingevolge het bepaalde in artikel 14 WAHV kan tegen de beslissing van de kantonrechter hoger beroep bij het gerechtshof te Leeuwarden worden ingesteld, indien de opgelegde administratieve sanctie bij die beslissing meer bedraagt dan 70,- euro, of indien de betrokkene niet-ontvankelijk is verklaard wegens het niet of niet tijdig stellen van zekerheid als bedoeld in art. 11, derde lid, WAHV. De aan de betrokkene opgelegde sanctie bedraagt 30,- euro. Op grond van het bovenstaande dient de betrokkene niet-ontvankelijk te worden verklaard in het hoger beroep.
3.2. De betrokkene heeft in een brief d.d. 18 maart 2005 naar aanleiding van het verweerschrift van de advocaat-generaal geschreven dat hij graag een zitting wil indien de beslissing van het hof voor hem niet positief zou uitvallen.
3.3. Het hof overweegt dienaangaande als volgt. Een behandeling ter zitting is bedoeld om partijen de gelegenheid te bieden hun argumenten naar voren te brengen alvorens het hof tot beraadslaging overgaat. Als een zittingsverzoek kan niet gelden een dergelijk verzoek dat afhangt van de inhoud van die beraadslaging. Het hof zal het verzoek van de betrokkene derhalve passeren.
4. De beslissing
Het gerechtshof:
verklaart de betrokkene niet-ontvankelijk in het beroep.
Dit arrest is gewezen door mr. Dijkstra, in tegenwoordigheid van mr. Zomer als griffier, en uitgesproken ter openbare zitting.