
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHDHA:2016:3621
- Instantie
- Gerechtshof Den Haag
- Datum uitspraak
- 12-12-2016
- Datum publicatie
- 12-12-2016
- Zaaknummer
-
200.193.700/01
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
WWZ-zaak; beëindiging middels een minnelijke schikking.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
AR 2016/3783
AR-Updates.nl 2016-1419
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF DEN HAAG
Afdeling Civiel recht
Zaaknummer : 200.193.700/01
Zaaknummer rechtbank : 4751634 RP VERZ 16-50028
beschikking van 12 december 2016
inzake
[appellant],
wonende te [woonplaats],
appellant,
nader te noemen: [appellant],
advocaat: mr. M. de Boorder te Den Haag,
tegen:
Gemeente Den Haag, onderdeel De Haeghe Groep,
gevestigd te Den Haag,
geïntimeerde,
hierna te noemen: de Haeghe Groep,
advocaat: mr. E. Wies te Den Haag.
Het geding
Bij beroepschrift van 20 juni 2016 heeft [appellant] hoger beroep ingesteld van de tussen partijen gewezen beschikking van de kantonrechter van 21 maart 2016. De Haeghe Groep heeft een verweerschrift ingediend. De zaak is door de enkelvoudige kamer van het hof ter zitting behandeld op 25 augustus 2016. Bij brief van 30 november 2016 heeft mr. Wies, mede namens mr. De Boorder, het hof bericht dat partijen een minnelijke schikking hebben bereikt, met het verzoek om de vaststellingsovereenkomst in de eindbeslissing op te nemen.
Beoordeling
Het hof overweegt dat partijen een minnelijke schikking hebben bereikt, die zij hebben vastgelegd in een door [appellant] en door De Haeghe Groep op 17 respectievelijk 18 november 2016 ondertekende “Vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 BW”. Het verzoek om deze vaststellingsovereenkomst in de onderhavige eindbeslissing op te nemen, is in zoverre toewijsbaar dat het hof in het dictum zal verstaan dat partijen hun geschil hebben beëindigd middels bedoelde vaststellingsovereenkomst, met compensatie van de proceskosten. De vaststellingsovereenkomst leent zich niet voor een verdere opneming in het dictum, gelet op de uitgebreide inhoud ervan en het geheimhoudingsbeding.
Beslissing
Het hof:
- verstaat dat partijen ter beëindiging van de onderhavige procedure een minnelijke schikking tegen finale kwijting hebben bereikt, die zij hebben vastgelegd in een door [appellant] en door De Haeghe Groep op 17 respectievelijk 18 november 2016 ondertekende “Vaststellingsovereenkomst ex artikel 7:900 BW”;
- verstaat dat partijen zijn overeengekomen dat de proceskosten van de onderhavige procedure zullen worden gecompenseerd, in die zin dat iedere partij zijn/haar eigen kosten draagt;
- wijst af hetgeen in hoger beroep meer of anders is verzocht.
Deze beschikking is gegeven door mrs. J.M.T. van der Hoeven-Oud, M.J. van der Ven en R.S. van Coevorden en is uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2016 in aanwezigheid van de griffier.