
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHARL:2020:2564
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 26-03-2020
- Datum publicatie
- 14-04-2020
- Zaaknummer
-
Wahv 200.258.868/01
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
Bestuursstrafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
De betrokkene heeft van meet af aan stellig ontkend dat zijn voertuig ter plaatse is geweest. De ambtenaren hebben een kenteken genoteerd van een auto van hetzelfde merk en type, dat één letter verschilt van dat van de betrokkene. Twijfel of de gedraging met het voertuig van de betrokkene is verricht. Volgt vernietiging van de sanctie.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer |
: Wahv 200.258.868/01 |
CJIB-nummer |
: 215109801 |
Uitspraak d.d. |
: 26 maart 2020 |
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Amsterdam van 18 april 2019, betreffende
[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),
wonende te [A] .
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.
Het verloop van de procedure
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1. Aan de betrokkene is als kentekenhouder bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 95,- voor: “rijden in strijd met gebod tot het volgen van aangegeven rijrichting: D4”. Deze gedraging zou zijn verricht op 8 maart 2018 om 08:34 uur op de Marnixstraat in Amsterdam met het voertuig met het kenteken [00-YYY-0] .
2. De betrokkene ontkent de gedraging te hebben verricht en voert hiertoe aan dat hij met zijn voertuig met kenteken [00-YYY-0] nog nooit in Amsterdam is geweest. Op het moment van de gedraging was de betrokkene gewoon thuis in [A] . De ambtenaren hebben vermoedelijk een ander kenteken waargenomen, zoals ook blijkt uit het aanvullend proces-verbaal waarin wordt gesproken over kenteken [00-YXY-0] . Dat laatstgenoemd kenteken niet bestaat, maakt niet dat het daarom aannemelijk is dat de gedraging met zijn voertuig met kenteken [00-YYY-0] is verricht. De betrokkene wijst er verder nog op dat er nog een ander kenteken bestaat dat op zijn kenteken lijkt, namelijk [00-XYY-0] . Volgens de betrokkene betreft dit ook een donkergekleurde Ford Focus. De betrokkene vraagt zich af waarom hij wordt gevraagd om bewijsstukken over te leggen, terwijl er geen bewijzen zijn overgelegd waaruit volgt dat de gedraging met zijn voertuig is verricht.
3. Een daartoe aangewezen ambtenaar kan op grond van artikel 3, tweede lid, van de Wahv een administratieve sanctie opleggen voor een gedraging die door deze ambtenaar zelf of op geautomatiseerde wijze is vastgesteld. Dat de gedraging is verricht, moet voldoende blijken uit de beschikbare gegevens. Of van de juistheid van deze gegevens kan worden uitgegaan, is ervan afhankelijk of de betrokkene argumenten heeft aangevoerd die leiden tot twijfel aan de juistheid van (delen van) die gegevens dan wel het dossier daar aanleiding toe geeft.
4. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
Feitgegevens:
Kenteken: [00-YYY-0]
Toelichtingen:
“Wij, verbalisanten, zagen daadwerkelijk dat betrokken bestuurder rechtsaf sloeg en het bord D4 negeerde. (…)
Opgaven verbalisant
Merk van voertuig: Ford
Type van voertuig: Focus
Kleur van voertuig: bruin
Opgaven RDW
Merk van voertuig: Ford
Type van voertuig: Focus
Kleur van voertuig: bruin.”
5. Het dossier bevat daarnaast een op 5 april 2018 op ambtsbelofte opgemaakt aanvullend proces-verbaal waarin – voor zover van belang – het volgende is te lezen:
“Op donderdag 8 maart 2017 omstreeks 08:34 uur bevonden wij, verbalisanten [B] en
[C] , ons in uniform gekleed in een onopvallend politievoertuig op de openbare weg Marnixstraat te Amsterdam en belast met een onopvallende surveillance.
Omstreeks 08:34 uur zagen wij, verbalisanten, daadwerkelijk dat betrokken voertuig, voorzien van kenteken [00-YXY-0] , een Ford Focus bruin van kleur welke op naam staat van [de betrokkene] , komende uit de richting van de Rozengracht te Amsterdam en gaande in de richting van de Marnixstraat te Amsterdam, hierbij het verkeersbord model D4 van bijlage 1 van het Reglement verkeersregels en verkeerstekens 1990 negeerde, hetgeen de verplichte rijrichting aangeeft. (…)
Hierop hebben wij, verbalisanten, alle gegevens ter plaatse genoteerd, te weten:
Kenteken, merk, kleur en tijdstip van overtreding en hebben wij, verbalisanten, ter plaatse een digitale bon aangemaakt. Bijlage: uitdraai MEOS bon”.
6. Voornoemde verklaring houdt in dat de ambtenaren de bestuurder van een bruine Ford Focus voorzien van kenteken [00-YXY-0] de gedraging hebben zien verrichten, terwijl het voertuig van de betrokkene is voorzien van het kenteken [00-YYY-0] . Op grond van openbaar toegankelijke informatie van de RDW stelt het hof vast dat aan het nummer waarover de ambtenaren in hun aanvullende verklaring spreken geen kenteken is gekoppeld. Het kenteken waaraan de betrokkene refereert
( [00-XYY-0] ) is blijkens informatie van de RDW gekoppeld aan een zwarte Ford Focus.
7. Gelet hierop in combinatie met het van meet af aan consistente en onderbouwde verweer van de betrokkene dat hij noch zijn voertuig ter plaatse zijn geweest ten tijde van de geconstateerde gedraging, is bij het hof twijfel ontstaan of de betrokkene de gedraging heeft verricht. Dit betekent dat de aan de betrokkene opgelegde sanctie niet in stand kan blijven. Het hof zal beslissen als hierna vermeld.
Beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder voormeld CJIB-nummer de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de Wahv tot zekerheid is gesteld door de advocaat-generaal wordt gerestitueerd.
Dit arrest is gewezen door mr. Sekeris, in tegenwoordigheid van mr. Arends als griffier en op een openbare zitting uitgesproken.