
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHARL:2020:2266
- Instantie
- Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden
- Datum uitspraak
- 16-03-2020
- Datum publicatie
- 14-04-2020
- Zaaknummer
-
Wahv 200.250.540/01
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
Bestuursstrafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Mobiele telefoon vasthouden. Overmacht wegens acute medische noodsituatie passagier.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
VR 2021/4
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF ARNHEM-LEEUWARDEN
zittingsplaats Leeuwarden
Zaaknummer |
: Wahv 200.250.540/01 |
CJIB-nummer |
: 213890931 |
Uitspraak d.d. |
: 16 maart 2020 |
Arrest op het hoger beroep inzake de Wet administratiefrechtelijke handhaving verkeersvoorschriften (Wahv) tegen de beslissing van de kantonrechter van de rechtbank Noord-Nederland van 15 oktober 2018, betreffende
[de betrokkene] (hierna: de betrokkene),
wonende te [A] .
De beslissing van de kantonrechter
De kantonrechter heeft het beroep van de betrokkene tegen de beslissing van de officier van justitie ongegrond verklaard.
Het verloop van de procedure
De betrokkene heeft hoger beroep ingesteld tegen de beslissing van de kantonrechter.
De advocaat-generaal heeft een verweerschrift ingediend.
De betrokkene heeft het beroep schriftelijk nader toegelicht.
De advocaat-generaal heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
De griffier van het hof heeft de betrokkene gevraagd om aanvullende informatie.
Deze informatie is ontvangen en (in kopie) doorgestuurd aan de advocaat-generaal. Deze heeft de gelegenheid gekregen daarop te reageren. Van die gelegenheid is geen gebruik gemaakt.
Beoordeling
1. Aan de betrokkene is bij inleidende beschikking een sanctie opgelegd van € 230,- voor: “als bestuurder tijdens het rijden een mobiele telefoon vasthouden”. Deze gedraging zou zijn verricht op 19 januari 2018 om 16.36 uur op de Afsluitdijk (A7) in Kornwerderzand met het voertuig met het kenteken [00-YY-YY] .
2. De betrokkene ontkent niet dat zij tijdens het rijden haar mobiele telefoon heeft vastgehouden, maar voert aan dat zij hiertoe door de omstandigheden was gedwongen. Haar (destijds 10 jarige) dochter zat op de achterbank en is ernstig ziek, zij lijdt aan insulineafhankelijke diabetes mellitus. Het alarm ging af en de betrokkene moest direct door middel van een app op de telefoon controleren wat de bloedsuikerspiegel van haar dochter was en eventueel haar insulinepomp uitzetten. In de directe omgeving op de Afsluitdijk zijn geen parkeerplaatsen. Zij reed ondertussen snel door naar de dichtstbijzijnde parkeerplaats, maar moest direct handelen. De gevolgen van niet direct handelen zijn zeer ernstig. De betrokkene heeft haar verklaring over de ziekte van haar dochter onderbouwd met een verklaring van de kinderarts van haar dochter van het kinderdiabetesteam van het Amsterdam UMC. Voorts heeft zij informatie meegestuurd over diabetes.
De betrokkene stelt voorts dat de ambtenaar audio-opnames heeft gemaakt van het gesprek met de betrokkene en wil deze opname graag toegevoegd zien aan het dossier.
3. De gegevens waarop de ambtenaar zich bij de oplegging van de sanctie heeft gebaseerd, zijn opgenomen in het zaakoverzicht. Dit zaakoverzicht bevat de informatie die in de inleidende beschikking is vermeld en daarnaast onder meer de volgende gegevens:
"Verklaring betrokkene: Ik kreeg een alarm van mijn dochter, haar suikerspiegel was laag. Ik moest horen wat voor alarm het was.”
4. Niet is betwist dat de gedraging is verricht. Gelet op het gevoerde verweer dient het hof te beoordelen of er andere redenen zijn een sanctie achterwege te laten of het bedrag van de sanctie te matigen.
5. De betrokkene heeft uitgebreid en onderbouwd met stukken verklaard over de acute medische situatie van haar dochter. Het hof acht hetgeen de betrokkene stelt aannemelijk geworden.
6. Het is het hof ambtshalve bekend dat op de plaats van de gedraging, de Afsluitdijk, over een lange afstand weinig afritten of parkeerplaatsen zijn. Nu uit de verklaring van de betrokkene blijkt dat zij direct de bloedsuikerwaarden van haar dochtertje diende af te lezen toen het alarm afging, acht het hof het aannemelijk dat de betrokkene hiermee niet kon wachten tot de eerstvolgende parkeerplaats.
De meest voor de hand liggende - rationele - optie voor de betrokkene zou op dat moment zijn geweest om de auto op de vluchtstrook stil te zetten. De betrokkene heeft met betrekking hiertoe aangegeven dat zij onder hoge druk stond en in een stresssituatie verkeerde. Zij vond de vluchtstrook onveilig en had daar bovendien niet de mogelijkheid om na het aflezen van de bloedsuikerwaarden direct haar dochter eten en drinken te geven, hetgeen nodig was om haar suikerspiegel te laten stijgen. Daarom is zij zo snel mogelijk doorgereden naar de parkeerplaats bij het restaurant op de Afsluitdijk.
7. Naar het oordeel van het hof kan onder de door de betrokkene geschetste omstandigheden waaronder de gedraging is begaan, niet in redelijkheid van haar worden verlangd dat zij anders zou hebben gehandeld dan zij heeft gedaan. Dat maakt oplegging van een sanctie in dit geval niet billijk. Het hof zal daarom als volgt beslissen.
Beslissing
Het gerechtshof:
vernietigt de beslissing van de kantonrechter;
verklaart het beroep gegrond;
vernietigt de beslissing van de officier van justitie, alsmede de beschikking waarbij onder voormeld CJIB-nummer de administratieve sanctie is opgelegd;
bepaalt dat hetgeen door de betrokkene op de voet van artikel 11 van de Wahv tot zekerheid is gesteld door de advocaat-generaal wordt gerestitueerd.
Dit arrest is gewezen door mr. Van Schuijlenburg, in tegenwoordigheid van mr. Landstra als griffier en op een openbare zitting uitgesproken.