
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2019:815
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 13-02-2019
- Datum publicatie
- 03-06-2019
- Zaaknummer
-
23-000765-18
- Rechtsgebieden
-
Materieel strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Bevestiging vonnis met toevoeging in bewijsmiddel.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-000765-18
datum uitspraak: 13 februari 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsvrouw)
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 14 februari 2018 in de strafzaak onder parketnummer
13-202995-17 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Marokko) op [geboortedag] 1990,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
30 januari 2019 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
De verdachte heeft hoger beroep ingesteld tegen voormeld vonnis.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen de raadsvrouw naar voren heeft gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het onder 1, 2 en 3 ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 6 weken waarvan 2 weken voorwaardelijk met een proeftijd voor de duur van 2 jaren en tot betaling aan de benadeelde partij [benadeelde] een bedrag van € 200,-.
Vonnis waarvan beroep
Het hof verenigt zich met het vonnis waarvan beroep en zal dit derhalve bevestigen, met dien verstande dat aan bewijsmiddel 2 (het proces-verbaal van bevindingen met nummer PL1300-2017216456-9 van
13 oktober 2017, in de wettelijke vorm opgemaakt door de daartoe bevoegde opsporingsambtenaren [verbalisant 1] en [verbalisant 2]) het volgende wordt toegevoegd:
“Toen de verdachte werd overgebracht naar het politiebureau ter voorgeleiding bij een hulpofficier van justitie herkende ik de aangehouden verdachte als de man die mij zojuist met zijn vuist in het gelaat had geslagen.
Verdachte: [verdachte], geboren op [geboortedag] 1990 te [geboorteplaats] in Marokko.”
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. W.M.C. Tilleman en mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum, in tegenwoordigheid van mr. D.J. Lutje Wagelaar, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van 13 februari 2019.
mr. M.A.H. van Dalen-van Bekkum is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]