
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2019:1166
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 20-03-2019
- Datum publicatie
- 17-06-2019
- Zaaknummer
-
23-003059-18
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Ontslag van alle rechtsvervolging. Het hof is van oordeel, in aansluiting op het requisitoir en het betoog van de raadsman, dat het gedrag van de verdachte met de ziekelijke stoornis van de geestvermogens samenhangt, zodat ontoerekeningsvatbaarheid volgt.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003059-18
datum uitspraak: 20 maart 2019
TEGENSPRAAK (gemachtigd raadsman)
Verkort arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 9 mei 2018 in de strafzaak onder parketnummer 15-244055-17 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1979,
adres: [adres].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
20 maart 2019.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de raadsman ter zitting naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval dat had plaatsgevonden in Haarlem op/aan de Floris van Adrichemlaan, op of omstreeks 4 februari 2017, de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij wist of redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel en/of schade was toegebracht.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, reeds omdat daarvan slechts aantekening mondeling vonnis is gedaan ingevolge artikel 378a van het Wetboek van Strafvordering.
Bewezenverklaring
Het hof acht wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan,
met dien verstande dat:
hij, als degene die als bestuurder van een motorrijtuig betrokken was geweest bij een verkeersongeval
dat had plaatsgevonden in Haarlem op de Floris van Adrichemlaan, op 4 februari 2017, de voornoemde plaats van vorenbedoeld ongeval heeft verlaten, terwijl bij dat ongeval, naar hij redelijkerwijs moest vermoeden, aan een ander (te weten [slachtoffer]) letsel was toegebracht.
Hetgeen meer of anders is ten laste gelegd, is niet bewezen. De verdachte moet hiervan worden vrijgesproken.
Het bewezen verklaarde is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat, zoals deze na het eventueel instellen van beroep in cassatie zullen worden opgenomen in de op te maken aanvulling op dit arrest.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van het bewezen verklaarde uitsluit, zodat dit strafbaar is.
Het bewezen verklaarde levert op:
overtreding van artikel 7, eerste lid, van de Wegenverkeerswet 1994.
Strafbaarheid van de verdachte
Uit de stukken in het dossier, waaronder een psychiatrisch onderzoek d.d. 24 juli 2010, blijkt dat bij
de verdachte destijds een ziekelijke stoornis van zijn geestvermogens bestond, die zijn handelen dermate beïnvloedde dat de psychiater op basis daarvan ontoerekeningsvatbaarheid adviseerde.
Het Hof is van oordeel dat op basis van de inhoud van voornoemd rapport en hetgeen door de raadsman thans naar voren is gebracht gevoeglijk kan worden aangenomen dat voornoemde stoornis ook bestond ten tijde van het plegen van het bewezen verklaarde feit. Een nieuw psychiatrisch rapport zal naar alle waarschijnlijkheid niet tot een andere conclusie leiden. Het hof is derhalve van oordeel, in aansluiting op het requisitoir van de advocaat-generaal en het betoog van de raadsman, dat het gedrag van de verdachte ten tijde van het plegen van het strafbare feit met deze stoornis samenhangt, zodat het bewezenverklaarde hem niet kan worden toegerekend. Op grond van het voorgaande is de verdachte ten aanzien van het bewezen verklaarde niet strafbaar en dient derhalve te worden ontslagen van alle rechtsvervolging.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart zoals hiervoor overwogen bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen de verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Verklaart het bewezen verklaarde strafbaar, kwalificeert dit als hiervoor vermeld, verklaart de verdachte niet strafbaar en ontslaat de verdachte te dier zake van alle rechtsvervolging.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin
zitting hadden mr. S. Clement, mr. A.D.R.M. Boumans en mr. M.R. Cox, in tegenwoordigheid van
mr. R.L. Vermeulen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof
van 20 maart 2019.
mr. M.R. Cox is buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.
=========================================================================
[…]