
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2018:3303
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 17-07-2018
- Datum publicatie
- 02-10-2018
- Zaaknummer
-
23-003665-17
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Vrijspraak mishandeling.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-003665-17
datum uitspraak: 17 juli 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van
de politierechter in de rechtbank Amsterdam van 17 oktober 2017 in de strafzaak onder parketnummer
13-071058-17 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] (Polen) op [geboortedatum] 1982,
adres: [adres] .
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 3 juli 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 14 april 2017 te Amsterdam, in elk geval in Nederland, [slachtoffer] heeft mishandeld door die [slachtoffer] een of meermalen met kracht - al dan niet met een houten frame,
althans een dergelijk hard voorwerp - tegen hoofd en/of lichaam te slaan en/of te stompen.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden
veroordeeld tot een geldboete van € 400,00 te vervangen door 8 dagen hechtenis en een
voorwaardelijke gevangenisstraf van een (1) week met een proeftijd van twee (2) jaren.
Vrijspraak
Aangever [slachtoffer] heeft verklaard dat de verdachte op 14 april 2017 op de gezamenlijke galerij
(het hof begrijpt: van het appartementencomplex waar hij en de verdachte woonden) hem de woorden toeschreeuwde “Door jou heb ik problemen gekregen.”, waarna aangever van de verdachte wegliep. Vervolgens liep de verdachte achter aangever aan, pakte een houten frame van de grond en sloeg
aangever met dit houten frame en daarna met zijn vuisten. De verdachte heeft ontkend dat hij heeft geslagen en stelt door de aangever van een trap en tegen een ruit te zijn geduwd. Geen van de door de politie gehoorde getuigen heeft het incident gezien. De in het dossier bevindende foto’s van het letsel
van de aangever en van de verdachte passen bij beide versies van het incident. Nu ander objectief bewijsmateriaal ontbreekt kan het hof onvoldoende vaststellen wat feitelijk is voorgevallen.
Daarom acht het hof niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd,
zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
De benadeelde partij heeft zich in eerste aanleg in het strafproces gevoegd met een vordering tot schadevergoeding. Deze bedraagt € 489,94, bestaande uit € 139,94 aan materiële schade en € 350,00
aan immateriële schade. De vordering is bij het vonnis waarvan beroep toegewezen tot een bedrag van
€ 350,00. De benadeelde partij heeft zich in hoger beroep niet opnieuw gevoegd. Het hof heeft in hoger beroep te oordelen over de gevorderde schadevergoeding voor zover deze in eerste aanleg is toegewezen.
De verdachte wordt niet schuldig verklaard ter zake van het ten laste gelegde handelen waardoor de gestelde schade zou zijn veroorzaakt. De benadeelde partij kan daarom in de vordering niet worden ontvangen.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Vordering van de benadeelde partij [slachtoffer]
Verklaart de benadeelde partij [slachtoffer] niet-ontvankelijk in de vordering tot schadevergoeding.
Verwijst de verdachte in de door de benadeelde partij gemaakte en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken kosten, tot aan de datum van deze uitspraak begroot op nihil.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. A.E. Kleene-Krom, mr. S. Clement en mr. M.L.M. van der Voet, in tegenwoordigheid van mr. F. van den Brink, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
17 juli 2018.
[…]