
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2018:2319
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 05-07-2018
- Datum publicatie
- 13-07-2018
- Zaaknummer
-
23-004089-17
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Vrijspraak van diefstal uit een woning door een pakketbezorger. De verdachte is niet rechtstreeks aan de ten laste gelegde diefstal uit de woning te koppelen.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
afdeling strafrecht
parketnummer: 23-004089-17
datum uitspraak: 5 juli 2018
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 17 november 2017 in de strafzaak onder parketnummer 15-185911-17 tegen
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1993,
adres: [adres 1].
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van 21 juni 2018 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is door de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsvrouw naar voren is gebracht.
Tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 1 juni 2017 te Hoofddorp, gemeente Haarlemmermeer met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een vest en/of een tas met inhoud, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte.
Voor zover in de tenlastelegging taal- en/of schrijffouten voorkomen, zal het hof deze verbeterd lezen. De verdachte wordt daardoor niet in de verdediging geschaad.
Vonnis waarvan beroep
Het vonnis waarvan beroep zal worden vernietigd, omdat het hof tot een andere beslissing komt dan de politierechter.
Vordering van het openbaar ministerie
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte voor het ten laste gelegde zal worden veroordeeld tot een taakstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
Vrijspraak
Met de raadsvrouw is het hof van oordeel dat niet wettig en overtuigend is bewezen hetgeen de verdachte is ten laste gelegd, zodat de verdachte hiervan moet worden vrijgesproken.
Het procesdossier bevat stills van camerabeelden waarop een witte GLS-bestelbus te zien is. De verdachte heeft verklaard dat hij degene is die op 1 juni 2017 in die bestelbus reed en een pakketje probeerde te bezorgen op het adres [adres 2], waar volgens aangeefster [slachtoffer] haar tas en een vest uit de woning zijn weggenomen. De verdachte heeft zichzelf op één van de stills herkend, maar ontkent het ten laste gelegde feit te hebben gepleegd. Het hof overweegt dat niet onomstotelijk vast staat dat de (stills van de) camerabeelden daadwerkelijk horen bij de ten laste gelegde diefstal. Op basis van de stukken in het dossier is immers niet vast te stellen wanneer de tas en het vest van aangeefster [slachtoffer] precies uit de woning zijn weggenomen, nu dit niet blijkt uit de aangifte of andere stukken. Dat laat derhalve de mogelijkheid open dat de tas en vest op een eerder moment zijn weggenomen. De stills die zich in het dossier bevinden zijn naar het oordeel van het hof te vaag om daarop voorwerpen (zoals de weggenomen tas en het vest) te kunnen onderscheiden, zodat op basis daarvan niet vast te stellen is of verdachte degene is geweest die de tas en vest van aangeefster [slachtoffer] heeft weggenomen.
De verdachte heeft over het ten laste gelegde feit weliswaar wisselende verklaringen afgelegd, maar hij is niet rechtstreeks aan de ten laste gelegde diefstal uit de woning te koppelen. Uit het voorgaande volgt dat er onvoldoende bewijs is voor de bewezenverklaring van het ten laste gelegde feit.
BESLISSING
Het hof:
Vernietigt het vonnis waarvan beroep en doet opnieuw recht:
Verklaart niet bewezen dat de verdachte het ten laste gelegde heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. G. Oldekamp, mr. F.M.D. Aardema en mr. F.G. Hijink, in tegenwoordigheid van
mr. L.M. Schoutsen, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
5 juli 2018.
mr. F.M.D. Aardema en mr. F.G. Hijink zijn buiten staat dit arrest mede te ondertekenen.