
Uitspraken
Gevonden zoektermen
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2017:325
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 09-02-2017
- Datum publicatie
- 28-07-2017
- Zaaknummer
-
23-002869-16
- Rechtsgebieden
-
Strafrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
bevestiging
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
parketnummer: 23-002869-16
datum uitspraak: 9 februari 2017
TEGENSPRAAK
Arrest van het gerechtshof Amsterdam gewezen op het hoger beroep, ingesteld tegen het vonnis van de politierechter in de rechtbank Noord-Holland van 26 juli 2016 in de strafzaak onder parketnummer
15-800196-16 tegen:
[verdachte] ,
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1981,
adres: [adres] ,
volgens eigen opgave verblijvende op het adres: [verblijfsadres]
Onderzoek van de zaak
Dit arrest is gewezen naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in hoger beroep van
26 januari 2017 en, overeenkomstig het bepaalde bij artikel 422, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering, naar aanleiding van het onderzoek ter terechtzitting in eerste aanleg.
Tegen voormeld vonnis is namens de verdachte hoger beroep ingesteld.
Het hof heeft kennisgenomen van de vordering van de advocaat-generaal en van hetgeen door de verdachte en de raadsman naar voren is gebracht.
De advocaat-generaal heeft gevorderd dat de verdachte zal worden veroordeeld tot dezelfde straf als door de rechter in eerste aanleg opgelegd.
Vonnis waarvan beroep
Hetgeen in hoger beroep is aangevoerd, in het bijzonder namens de verdachte over diens persoonlijke omstandigheden en de op te leggen straf, heeft het hof niet tot andere inzichten gebracht dan de politierechter.
Nu de verdachte, net als tegenover de politierechter op 26 juli 2016, ter zitting in hoger beroep het subsidiair tenlastgelegde heeft bekend en ook door de raadsman geen vrijspraak is bepleit, zal het hof het vonnis van de politierechter, waarmee het hof zich verenigt, bevestigen, met dien verstande dat de onder 3.1. vermelde woorden “niet….weerlegd” worden vervangen door de woorden “niet als onaannemelijk terzijde kan worden geschoven”.
BESLISSING
Het hof:
Bevestigt het vonnis waarvan beroep, met inachtneming van het hiervoor overwogene.
Dit arrest is gewezen door de meervoudige strafkamer van het gerechtshof Amsterdam, waarin zitting hadden mr. M.M.H.P. Houben, mr. M.J.A. Duker en mr. N.R.A. Meerbeek, in tegenwoordigheid van V.C. Langenburg, griffier, en is uitgesproken op de openbare terechtzitting van dit gerechtshof van
9 februari 2017.
[…]