
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:GHAMS:2016:118
- Instantie
- Gerechtshof Amsterdam
- Datum uitspraak
- 19-01-2016
- Datum publicatie
- 28-07-2016
- Zaaknummer
-
200.177.950/01
- Rechtsgebieden
-
Civiel recht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Appellante is niet-ontvankelijk in het hoger beroep, omdat zij, ook na een extra termijn van twee weken, niet van grieven heeft gediend.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
GERECHTSHOF AMSTERDAM
afdeling civiel recht en belastingrecht, team I
zaaknummer : 200.177.950/01
zaak-/rolnummer rechtbank Amsterdam : 2913831 DX EXPL 14-179
arrest van de meervoudige burgerlijke kamer van 19 januari 2016
inzake
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DEXIA NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
appellante,
advocaat: mr. I.M.C.A. Reinders Folmer te Amsterdam,
tegen
[geïntimeerde] ,
wonend te [woonplaats] ,
geïntimeerde,
advocaat: mr. J.B. Maliepaard te Bleiswijk.
1 Het geding in hoger beroep
Bij dagvaarding van 15 september 2015 is appellante in hoger beroep gekomen van het vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Amsterdam dat onder bovengenoemd zaak-/rolnummer tussen partijen is gewezen op 18 juni 2015.
De zaak is aangebracht op de rol van 13 oktober 2015.
Aan appellante is een termijn voor het nemen van een memorie van grieven gegeven die op 24 november 2015 afliep en die daarna, omdat appellante op 24 november 2015 nog niet van grieven had gediend, met twee weken is verlengd. Appellante heeft binnen die extra termijn evenmin van grieven gediend.
Op de rol van 8 december 2015 is verval verleend van het recht van appellante op het nemen van een memorie van grieven.
Arrest is bepaald op heden.
2 Beoordeling
Niet is gebleken dat de in de appeldagvaarding aangevallen beslissing berust op een oneerlijk beding in de zin van Richtlijn 93/13.
Bij gebreke van grieven kan appellante niet worden ontvangen in het hoger beroep.
De kosten van het hoger beroep komen voor rekening van appellante.
3 Beslissing
Het hof:
verklaart appellante niet-ontvankelijk in het hoger beroep;
veroordeelt appellante in de kosten van het geding in hoger beroep, tot op heden aan de zijde van geïntimeerde begroot op € 711,- aan verschotten en € 579,- aan salaris advocaat.
Dit arrest is gewezen door mrs. J.C.W. Rang, J.W. Hoekzema en C.C. Meijer en door de rolraadsheer in het openbaar uitgesproken op 19 januari 2016.