
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2021:588
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 16-03-2021
- Datum publicatie
- 18-03-2021
- Zaaknummer
-
19/689 ZVW
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Schadevergoedingsuitspraak
- Inhoudsindicatie
-
Hoger beroep ingetrokken omdat CAK door intrekking van het boetebesluit geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen. Proceskostenveroordeling.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
19 689 ZVW
Datum uitspraak: 16 maart 2021
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:75a en 8:108 van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Midden-Nederland van
17 december 2018, 18/2303 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] te [woonplaats] (appellante)
CAK (CAK)
PROCESVERLOOP
Namens appellante heeft mr. E.C. Weijsenfeld, advocaat, hoger beroep ingesteld.
CAK heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 30 oktober 2020. Appellante heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. Weijsenfeld. CAK heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. J.M. Nijman. De Raad heeft het onderzoek ter zitting geschorst ten einde appellante de gelegenheid te geven nadere stukken in het geding te brengen.
Naar aanleiding van de door appellante in het geding gebrachte stukken heeft CAK het boetebesluit van 6 november 2017 ingetrokken.
Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken en gelijktijdig aan de Raad verzocht de Svb te veroordelen in de proceskosten.
Onder toepassing van artikel 8:57 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) is het onderzoek ter zitting achterwege gelaten. Vervolgens is het onderzoek gesloten.
OVERWEGINGEN
Artikel 8:75a, eerste lid, eerste volzin, van de Awb bepaalt dat in geval van intrekking van het beroep omdat het bestuursorgaan geheel of gedeeltelijk aan de indiener van het beroepschrift is tegemoetgekomen, het bestuursorgaan op verzoek van de indiener bij afzonderlijke uitspraak met toepassing van artikel 8:75 van de Awb in de kosten kan worden veroordeeld. Ingevolge artikel 8:108, eerste lid, van de Awb is deze bepaling van overeenkomstige toepassing op het hoger beroep.
Appellante heeft het hoger beroep ingetrokken omdat CAK door intrekking van het boetebesluit geheel aan de bezwaren van appellante is tegemoetgekomen.
De Raad ziet aanleiding om CAK te veroordelen in de kosten die appellante in verband met de behandeling van het bezwaar, beroep en hoger beroep redelijkerwijs heeft moeten maken. De proceskosten worden, ingevolge het Besluit proceskosten bestuursrecht, begroot op
€ 1.068,- in bezwaar, € 1.068,- in beroep en € 1.068,- in hoger beroep, totaal € 3.204,- voor verleende rechtsbijstand.
Voor vergoeding van het betaalde griffierecht kan appellante zich rechtstreeks tot CAK wenden.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep veroordeelt CAK in de kosten van appellante tot een bedrag van € 3.204,-.
Deze uitspraak is gedaan door T.L. de Vries, in tegenwoordigheid van E.M. Welling als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 16 maart 2021.
(getekend) T.L. de Vries
(getekend) E.M. Welling