
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2019:1159
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 19-03-2019
- Datum publicatie
- 08-04-2019
- Zaaknummer
-
17/7162 PW-PV
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Geen dringende reden om van herziening af te zien.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
17 7162 PW-PV
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Nederland van 22 september 2017, 17/433 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellante] (appellante) en [appellant] (appellant), beiden te [woonplaats]
het college van burgemeester en wethouders van Groningen (college)
Datum uitspraak: 19 maart 2019
Zitting heeft: P.W. van Straalen als lid van de enkelvoudige kamer
Griffier: F.H.R.M. Robbers
Namens appellanten is mr. E.Tj. van Dalen, advocaat, ter zitting verschenen. Het college is niet verschenen.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze beslissing is uitgesproken in het openbaar. Zij is gebaseerd op de volgende overwegingen.
1. Het geschil ziet op de herziening en terugvordering van bijstand over de periode van 1 oktober 2014 tot en met 31 december 2014. Aan die herziening en terugvordering heeft het college ten grondslag gelegd dat appellanten geen melding hebben gemaakt van inkomsten die zij in deze periode hebben genoten uit het bedrijf van appellant, [naam bedrijf] .
2. Niet in geschil is dat appellanten inkomsten hebben genoten en dat het college gehouden was tot herziening en terugvordering over te gaan. Het geschil ziet alleen nog op de vraag of sprake is van dringende redenen om van terugvordering af te zien. Van dringende redenen is slechts sprake als deze zijn gelegen in onaanvaardbare sociale of financiƫle gevolgen van een terugvordering voor de betrokkene. Het moet dan gaan om incidentele gevallen, waarin iets uitzonderlijks aan de hand is en waarin een individuele afweging van alle relevante omstandigheden plaatsvindt. Appellanten hebben aangevoerd dat de dringende redenen zijn gelegen in een door het college niet nagekomen afspraak om een proceskostenvergoeding uit een eerdere zaak aan te wenden voor het betalen van de achterstallige zorgpremie van appellanten. Dit feitencomplex ligt voor het moment van terugvordering door het college en is dus geen gevolg van de terugvordering. Hieruit volgt dat van dringende redenen om van terugvordering af te zien niet is gebleken.
Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
Waarvan proces-verbaal.
De griffier Het lid van de enkelvoudige kamer
(getekend) F.H.R.M. Robbers (getekend) P.W. van Straalen