
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2016:4877
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 20-12-2016
- Datum publicatie
- 22-12-2016
- Zaaknummer
-
16/2085 ZVW-V
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Verzet ongegrond. Geen grond voor het oordeel dat de termijnoverschrijding appellant redelijkerwijs niet kan worden verweten.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Datum uitspraak: 20 december 2016
16/2085 ZVW-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank
Den Haag van 8 februari 2016, 15/7906 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[appellant] te [woonplaats] (appellant)
Zorginstituut Nederland
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 29 juni 2016 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 22 november 2016, waar appellant is verschenen en Zorginstituut Nederland zich niet heeft laten vertegenwoordigen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 29 juni 2016 berust op de overwegingen dat het hogerberoepschrift niet tijdig is ingediend, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In verzet heeft appellant wederom aangevoerd dat hij drukke bezigheden had in verband met het overlijden van een oude schoolvriend en de begeleiding van diens vrouw, en dat kort voor het verstrijken van de termijn de begrafenis plaatsvond.
De Raad ziet in de door appellant geschetste omstandigheden geen grond voor het oordeel dat de termijnoverschrijding appellant redelijkerwijs niet kan worden verweten. Deze brengen niet mee dat appellant niet in staat is geweest om binnen de termijn hoger beroep in te stellen.
Dit betekent dat het verzet ongegrond wordt verklaard.
Voor een proceskostenveroordeling van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van N. Talhaoui als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 20 december 2016.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) N. Talhaoui