
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2016:2402
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 24-06-2016
- Datum publicatie
- 27-06-2016
- Zaaknummer
-
15/5696 AOW
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Geen griffierecht betaald in beroep. Indien appellante van mening was dat het voor haar lastig is om vanuit Marokko tijdig geld over te maken naar Nederland, had het op haar weg gelegen om de rechtbank om uitstel van betaling van het griffierecht om die reden te vragen. Van dergelijke handelen is de Raad niet gebleken.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
15/5696 AOW
Datum uitspraak: 24 juni 2016
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Amsterdam van
20 juli 2015, 13/3594 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[naam] te [woonplaats], Marokko (appellante)
de Raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank (Svb)
PROCESVERLOOP
Appellante heeft hoger beroep ingesteld.
De Svb heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 1 april 2016. Appellante is niet verschenen. De Svb heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A. Marijnissen.
OVERWEGINGEN
Aan de echtgenoot van appellante is een ouderdomspensioen ingevolge de Algemene Ouderdomswet (AOW) en een toeslag toegekend met ingang van juli 2008. Met ingang van juli 2010, als appellante de leeftijd van 65 jaar heeft bereikt, is aan appellante een zelfstandig ouderdomspensioen toegekend en is de toeslag beƫindigd.
Bij besluit van 15 oktober 2012 heeft de Svb, op de grond dat niet is gebleken van nieuwe feiten of veranderde omstandigheden, afwijzend beslist op het verzoek van appellante om terug te komen van eerdere in rechte onaantastbaar geworden besluiten over haar recht op een uitkering op grond van de AOW. Het bezwaar van appellante hiertegen heeft de Svb bij besluit van 30 mei 2013 (bestreden besluit) niet-ontvankelijk verklaard wegens een niet verschoonbaar geachte overschrijding van de bezwaartermijn.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep van appellante tegen het bestreden besluit niet-ontvankelijk verklaard op de aan artikel 8:41 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) ontleende grond dat appellante het voor haar beroep verschuldigde griffierecht niet heeft betaald en er geen aanleiding is om aan te nemen dat appellante niet in verzuim is.
3. Appellante heeft hoger beroep ingesteld tegen de aangevallen uitspraak. In hoger beroep heeft appellante gesteld dat het ouderdomspensioen zo klein is dat het niet had moeten worden verdeeld tussen haar en haar echtgenoot. Zij heeft er voorts op gewezen dat het ouderdomspensioen niets te maken heeft met de huidige inkomsten van appellante en haar echtgenoot. Verder heeft appellante aangevoerd dat het voor haar lastig is om vanuit Marokko (snel) geld over te maken naar Nederland.
4. De Raad onderschrijft het oordeel van de rechtbank dat het beroep niet-ontvankelijk dient te worden verklaard. Indien appellante van mening was dat het voor haar lastig is om vanuit Marokko tijdig geld over te maken naar Nederland, had het op haar weg gelegen om de rechtbank om uitstel van betaling van het griffierecht om die reden te vragen. Van dergelijke handelen is de Raad niet gebleken.
5. Het hoger beroep slaagt niet. De aangevallen uitspraak moet worden bevestigd.
6. Voor een veroordeling in de proceskosten bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door E.E.V. Lenos, in tegenwoordigheid van L.H.J. van Haarlem als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 24 juni 2016.
(getekend) E.E.V. Lenos
(getekend) L.H.J. van Haarlem