
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2015:3910
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 04-11-2015
- Datum publicatie
- 10-11-2015
- Zaaknummer
-
14-4944 WIA-V
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Verzet
- Inhoudsindicatie
-
Verzet gegrond. In verzet is gebleken dat appellant niet in verzuim is geweest.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
Datum uitspraak: 4 november 2015
14/4944 WIA-V
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
Uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:55, zevende lid, en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht in verband met het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Noord-Holland van 24 juli 2014, 13/4902 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
[Appellant] te [woonplaats] (appellant)
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (Uwv)
PROCESVERLOOP
Bij uitspraak als bedoeld in de artikelen 8:54 en 8:108, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht van 20 mei 2015 heeft de Raad het door appellant ingestelde hoger beroep tegen de aangevallen uitspraak niet-ontvankelijk verklaard.
Appellant heeft verzet gedaan.
Het verzet is behandeld ter zitting van 23 september 2015. Appellant is verschenen. Het Uwv heeft zich niet laten vertegenwoordigen.
OVERWEGINGEN
De uitspraak van de Raad van 20 mei 2015 berust op de overwegingen dat het verschuldigde griffierecht niet binnen de bij - aangetekend verzonden - brief van 13 oktober 2014 gestelde termijn is bijgeschreven op de rekening van de Raad dan wel ter griffie is gestort, en dat redelijkerwijs niet kan worden geoordeeld dat appellant niet in verzuim is geweest.
In verzet is gebleken dat appellant niet in verzuim is geweest. Het verzet is daarom gegrond.
Dit betekent dat de uitspraak van de Raad van 20 mei 2015 vervalt en het onderzoek wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond.
Voor een veroordeling in de proceskosten van het verzet is geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep verklaart het verzet gegrond.
Deze uitspraak is gedaan door T.G.M. Simons, in tegenwoordigheid van
D.W.M. Kaldenhoven als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op
4 november 2015.
(getekend) T.G.M. Simons
(getekend) D.W.M. Kaldenhoven