
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2014:3409
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 21-10-2014
- Datum publicatie
- 23-10-2014
- Zaaknummer
-
13-5320 WWB
- Formele relaties
-
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBROT:2013:10495, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Rechtsgebieden
-
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
De rechtbank heeft ten onrechte overwogen dat appellant in het bestreden besluit niet is ingegaan op de bezwaargronden van betrokkene die gaan over het huisbezoek.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
13/5320 WWB
Datum uitspraak: 21 oktober 2014
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
Uitspraak op het hoger beroep tegen de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van
15 augustus 2013, 13/63 (aangevallen uitspraak)
Partijen:
het college van burgemeester en wethouders van Capelle aan den IJssel (appellant)
[betrokkene] te [woonplaats] (betrokkene)
PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2014. Appellant heeft zich, met voorafgaand bericht, niet laten vertegenwoordigen. Betrokkene is in persoon verschenen.
OVERWEGINGEN
1. Voor een overzicht van de in dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak. Hij volstaat hier met het volgende.
Bij besluit van 27 augustus 2012 heeft appellant de bijstand van betrokkene met ingang van 2 februari 2012 ingetrokken en de gemaakte kosten van bijstand over de periode van
2 februari 2012 tot en met 31 juli 2012 van betrokkene teruggevorderd.
Bij besluit van 22 november 2012 (bestreden besluit) heeft appellant het bezwaar tegen het besluit van 27 augustus 2012 ongegrond verklaard.
2. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank, met bepalingen over griffierecht en proceskosten, het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard en dat besluit vernietigd. Daartoe heeft de rechtbank overwogen dat appellant in het bestreden besluit niet is ingegaan op de bezwaargronden van betrokkene die gaan over het huisbezoek. Volgens de rechtbank heeft appellant eerst ter zitting het bestreden besluit toereikend gemotiveerd. De rechtbank heeft vervolgens geoordeeld dat de rechtsgevolgen van het vernietigde besluit in stand kunnen blijven.
3. Appellant heeft zich tegen de aangevallen uitspraak gekeerd. Hiertoe heeft appellant aangevoerd dat de rechtbank het beroep ten onrechte gegrond heeft verklaard, aangezien in het bestreden besluit wel degelijk is ingegaan op de bezwaargronden met betrekking tot het huisbezoek. Verzocht wordt het beroep alsnog ongegrond te verklaren en de proceskostenveroordeling te laten vervallen.
4. De Raad komt tot de volgende beoordeling.
Anders dan de rechtbank heeft overwogen blijkt uit de gedingstukken, met name het advies van de commissie bezwaarschriften, dat appellant in het bestreden besluit is ingegaan op de bezwaargronden met betrekking tot het huisbezoek. Dat pagina 2 van het advies aanvankelijk niet was meegezonden doet aan het vorenstaande niet af. De rechtbank heeft derhalve ten onrechte het beroep tegen het bestreden besluit gegrond verklaard.
Uit het voorgaande vloeit voort dat het hoger beroep van appellant slaagt. Omwille van de duidelijkheid zal de Raad de aangevallen uitspraak geheel vernietigen en doende wat de rechtbank zou behoren te doen het beroep ongegrond verklaren.
5. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep
- vernietigt de aangevallen uitspraak;
- verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door A.B.J. van der Ham als voorzitter en A.M. Overbeeke en G.M.G. Hink als leden, in tegenwoordigheid van A.C. Oomkens als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 21 oktober 2014.
(getekend) A.B.J. van der Ham
(getekend) A.C. Oomkens