
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2011:BQ0391
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 06-04-2011
- Datum publicatie
- 07-04-2011
- Zaaknummer
-
10-4311 ZW
- Formele relaties
-
Tussenuitspraak bestuurlijke lus: ECLI:NL:CRVB:2010:BN0615
- Rechtsgebieden
-
Bestuursrecht
Socialezekerheidsrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Herziening
- Inhoudsindicatie
-
Afwijzing verzoek om herziening. Geen nieuwe feiten of nieuwe omstandigheden als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb. Met mogelijke veranderingen in de gezondheidstoestand van verzoekster na datum in geding kan geen rekening worden gehouden.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
10/4311 ZW
Centrale Raad van Beroep
Enkelvoudige kamer
U I T S P R A A K
Met toepassing van artikel 21 van de Beroepswet in samenhang met artikel 8:88 van de Algemene wet bestuursrecht op het verzoek van:
[Verzoekster], wonende te [woonplaats] (hierna: verzoekster),
om herziening van de uitspraak van de Raad van 7 juli 2010, 08/7404 ZW,
in het geding tussen:
verzoekster
en
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (hierna: Uwv).
Datum uitspraak: 6 april 2011
I. PROCESVERLOOP
Bij uitspraak van 7 juli 2010 heeft de Raad de uitspraak van de rechtbank Rotterdam van 24 november 2008, 08/2422, bevestigd.
Verzoekster heeft bij brief van 19 juli 2010 verzocht om herziening van de uitspraak van de Raad van 7 juli 2010.
Door het Uwv is op dit verzoek om herziening een reactie van 31 augustus 2010 ingezonden.
Het verzoek is behandeld ter zitting van de Raad op 23 februari 2011. Verzoekster heeft zich laten vertegenwoordigen door haar echtgenoot [naam echtgenoot]. Het Uwv heeft zich, met schriftelijke kennisgeving, niet laten vertegenwoordigen.
II. OVERWEGINGEN
1.1. Ingevolge artikel 8:88, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) kan de Raad op verzoek van een partij een onherroepelijk geworden uitspraak herzien op grond van feiten of omstandigheden die:
a. hebben plaatsgevonden vóór de uitspraak;
b. bij de indiener van het verzoekschrift vóór de uitspraak niet bekend waren en redelijkerwijs niet bekend konden zijn, en
c. waren zij bij de Raad eerder bekend geweest, tot een andere uitspraak zouden hebben kunnen leiden.
1.2. Verzoekster heeft aan haar verzoek om herziening ten grondslag gelegd, dat zij
op 15 juli 2010 met hartklachten is opgenomen in het ziekenhuis, veel medicijnen slikt, met bijwerkingen, en op 1 april 2008, de datum waarop haar verdere uitkering ingevolge de Ziektewet (ZW) is geweigerd omdat zij door het Uwv in staat werd geacht haar arbeid te verrichten, onverminderd ongeschikt tot werken is.
2. Zoals de Raad vaker heeft overwogen is het (bijzondere) rechtsmiddel van herziening niet gegeven om anders dan op grond van enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in artikel 8:88 van de Awb in verbinding met artikel 21 van de Beroepswet, een hernieuwde discussie over de betrokken uitspraak te openen. Het verzoek om herziening dient te worden afgewezen, nu verzoekster niet enig nieuw feit of enige nieuwe omstandigheid als bedoeld in genoemde bepalingen van de Awb naar voren heeft gebracht. Met mogelijke veranderingen in de gezondheidstoestand van verzoekster na 1 april 2008 kan, zoals in het voorgaande ligt besloten, geen rekening worden gehouden.
3. Voor een proceskostenveroordeling ziet de Raad geen aanleiding.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Wijst het verzoek om herziening af.
Deze uitspraak is gedaan door C.P.J. Goorden in tegenwoordigheid van M. Mostert als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 6 april 2011.
(get.) C.P.J. Goorden.
(get.) M. Mostert.
EK