
Uitspraken
Zoekresultaat - inzien document
ECLI:NL:CRVB:2011:BP8126
- Instantie
- Centrale Raad van Beroep
- Datum uitspraak
- 17-03-2011
- Datum publicatie
- 18-03-2011
- Zaaknummer
-
09/6351 AW
- Rechtsgebieden
-
Ambtenarenrecht
- Bijzondere kenmerken
-
Hoger beroep
- Inhoudsindicatie
-
Weigering besluit te herzien. De rechtbank heeft met de juiste toetsingsmaatstaf geoordeeld. De door appellant in hoger beroep ingezonden gegevens werpen geen nieuw licht op de zaak.
- Vindplaatsen
-
Rechtspraak.nl
- Verrijkte uitspraak
Uitspraak
09/6351 AW
Centrale Raad van Beroep
Meervoudige kamer
U I T S P R A A K
op het hoger beroep van:
[Appellant], wonende te [woonplaats], (hierna: appellant),
tegen de uitspraak van de rechtbank ’s-Hertogenbosch van 26 oktober 2009, 08/2787 (hierna: aangevallen uitspraak),
in het geding tussen:
appellant
en
de Minister van Veiligheid en Justitie (hierna: minister)
Datum uitspraak: 17 maart 2011
I. PROCESVERLOOP
Appellant heeft hoger beroep ingesteld
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 3 februari 2011. Appellant is niet verschenen. De minister heeft zich laten vertegenwoordigen door mr. A.J. Verhagen, werkzaam bij het Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
II. OVERWEGINGEN
1. Voor een uitvoerige en volledige weergave van de voor dit geding van belang zijnde feiten en omstandigheden verwijst de Raad naar de aangevallen uitspraak.
2.1. De Raad is van oordeel dat de rechtbank met de juiste toetsingsmaatstaf heeft geoordeeld over de houdbaarheid in rechte van het besluit van 14 juli 2008, waarbij is gehandhaafd de weigering om het besluit van 25 mei 2000 te herzien. De Raad sluit zich vervolgens ook aan bij de overwegingen van de rechtbank en haar oordeel dat het besluit van 14 juli 2008 in rechte stand kan houden.
2.2. De door appellant in hoger beroep ingezonden gegevens werpen geen nieuw licht op de zaak, omdat niet blijkt dat de beoordeling van de arbeidsdeskundige betrekking heeft op de situatie van appellant in 2000, die aanleiding vormde voor het verlenen van strafontslag.
3. De aangevallen uitspraak komt voor bevestiging in aanmerking en er is geen grond om toepassing te geven aan het bepaalde in artikel 8:75 van de Algemene wet bestuursrecht inzake vergoeding van proceskosten.
III. BESLISSING
De Centrale Raad van Beroep;
Recht doende:
Bevestigt de aangevallen uitspraak.
Deze uitspraak is gedaan door H.A.A.G. Vermeulen als voorzitter en M.C. Bruning en F.J.L. Pennings als leden, in tegenwoordigheid van I. Mos als griffier. De beslissing is uitgesproken in het openbaar op 17 maart 2011.
(get.) H.A.A.G. Vermeulen.
(get.) I. Mos.
HD