Uitspraken

Een deel van alle rechterlijke uitspraken wordt gepubliceerd op rechtspraak.nl. Dit gebeurt gepseudonimiseerd.

Deze uitspraak is gepseudonimiseerd volgens de pseudonimiseringsrichtlijn

ECLI:NL:RBROT:2022:92

Rechtbank Rotterdam
12-01-2022
13-01-2022
C/10/615889 / HA ZA 21-288
Verbintenissenrecht
Eerste aanleg - enkelvoudig

Verzekeringsrecht. Uitleg polis. Dekking voor schade door gedeeltelijke sluiting hotels als gevolg van pandemie. Limiet geldt op grond van de serieschadeclausule voor alle hotels tezamen.

Rechtspraak.nl

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK ROTTERDAM

Team handel en haven

zaaknummer / rolnummer: C/10/615889 / HA ZA 21-288

Vonnis van 12 januari 2022

in de zaak van

1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

APARTHOTEL 'T SUYDERDUYN B.V.,

gevestigd te Egmond aan Zee,

2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

HOTEL GOLFZANG B.V.,

gevestigd te Egmond aan Zee,

3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid

S-FOUR EXPLOITATIE B.V.,

gevestigd te Wijk aan Zee,

eiseressen,

advocaat mr. E.J. Eijsberg te Rotterdam,

tegen

1. de naamloze vennootschap

NATIONALE-NEDERLANDEN SCHADEVERZEKERING N.V.,

gevestigd te Den Haag,

2. de rechtspersoon naar buitenlands recht

HDI GLOBAL SE,

gevestigd te Hannover (Duitsland), kantoorhoudende te Rotterdam,

3. de rechtspersoon naar buitenlands recht

ZURICH INSURANCE PUBLIC LIMITED COMPANY,

gevestigd te Dublin (Ierland), kantoorhoudende te Den Haag,

gedaagden,

advocaat mr. W.A.M. Rupert te Rotterdam.

Eiseressen zullen hierna Zuiderduin, Golfzang, Hoge Duin en gezamenlijk Zuiderduin c.s. genoemd worden. Gedaagden zullen hierna NN, HDI, Zurich en gezamenlijk NN c.s. of verzekeraars genoemd worden.

1. De procedure

1.1.

Het verloop van de procedure blijkt uit:

  • -

    de dagvaardingen met 8 producties,

  • -

    de conclusie van antwoord met productie,

  • -

    de brief van de rechtbank van 9 juli 2021, waarbij partijen zijn opgeroepen voor een zitting,

  • -

    de brief van de rechtbank van 12 augustus 2021 met de zittingsagenda,

  • -

    productie 9 van Zuiderduin c.s., toegezonden bij brief van 7 september 2021,

  • -

    de mondelinge behandeling op 22 september 2021,

  • -

    de spreekaantekeningen van Zuiderduin c.s.,

  • -

    de spreekaantekeningen van NN c.s..

1.2.

Ten slotte is vonnis bepaald.

2. De feiten

2.1.

Zuiderduin, Golfzang en Hoge Duin exploiteren ieder een hotel in Egmond aan Zee of Wijk aan Zee.

2.2.

Op 16 maart 2020 heeft de voorzitter van de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord een besluit (Noodverordening) genomen over “voorschriften ter voorkoming van verdere verspreiding van het coronavirus/COVID 19” (verder: het besluit). Het besluit luidt – voor zover hier van belang – :

“[…] Artikel 1. Werkingssfeer

Deze verordening is van toepassing op het grondgebied van de gemeenten die behoren tot

Veiligheidsregio Noord-Holland Noord(…)

Artikel 2. Verboden.

Het is verboden om […] samenkomsten in besloten sfeer te laten plaatsvinden, te (laten) organiseren dan wel te laten ontstaan waar meer dan honderd personen gelijktijdig samenkomen, […].

2. Het is verboden om een volgende inrichtingen geopend te houden:

  1. Inrichtingen waar ter plaatse eten of drinken wordt verkocht en genuttigd (eet- en drinkgelegenheden), met uitzondering van [...] inrichtingen in hotels ten behoeve van de hotelgasten […]

  2. sport- en fitnessclubs (sportaccommodaties en sportinrichtingen), waaronder zwembaden […]

  3. sauna’s;

[…]”

2.3.

Als gevolg van het besluit moesten Zuiderduin c.s. de restaurants en overige faciliteiten in en bij hun hotels, alle gelegen binnen de Veiligheidsregio Noord-Holland Noord, per 16 maart 2020 sluiten. Deze sluiting duurde tot 1 juni 2020. Vanaf die datum konden de restaurants en andere faciliteiten weer geopend worden, maar golden er beperkingen. Per 15 december 2020 dienden de restaurants en andere faciliteiten opnieuw te sluiten.

2.4.

Door tussenkomst van de tussenpersoon Zicht Risico- en Verzekeringsadviseurs te Heerhugowaard (verder: Zicht) en een beursmakelaar heeft Tushold BV (en/of andere verzekerden) onder polis- en VNAB nummer [nummer] een uitgebreide brandverzekering gesloten voor de periode 1 januari 2020-1 januari 2021. Zuiderduin c.s. zijn verzekerden onder de polis.

2.5.

NN c.s. zijn de verzekeraars op de polis, NN thans voor 40% en HDI en Zurich ieder voor 30%. NN is leidend verzekeraar.

2.6.

Op het polisblad is vermeld:

“[…]

Bestemming Zie specificatie

Risico adressen Zie specificatie (de adressen van Zuiderduin c.s. zijn vermeld in de specificatie, opmerking rechtbank)

Jaarpremie € 83.157,40

Polisvoorwaarden

NBZB 2006 Nederlandse Beursvoorwaarden voor Zaak- en Bedrijfsschade verzekering

Aangehecht Limietaanhangsel NBZB 2006

[…]

Eigen risico € 2.500,00

[…]

Clausules

Prioriteitsbepaling

Voor zover sprake mocht zijn van tegenstrijdigheden in de tekst van de hiervoor van toepassing verklaarde voorwaarden, gelden de volgende voorrangsregels:

- Bijzonderheden gaan vóór Bijzondere Voorwaarden;

- Bijzondere Voorwaarden gaan vóór Aanvullende Voorwaarden;

- Aanvullende Voorwaarden gaan vóór Algemene Voorwaarden.

Gebeurtenis

Onder een gebeurtenis wordt verstaan: een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben, tengevolge waarvan schade, in overeenstemming met de omvang van de dekking, is ontstaan.

[…]

Aanvullende voorwaarden met betrekking tot horeca risico’s

[…]

Bijzondere Extra kosten voor Hotelaccommodaties

Van toepassing op het verzekerde bedrijfsschadenbelang.

Deze verzekering dekt tevens extra bedrijfskosten, tot een maximum bedrag van € 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie, voor het verlies van exploitatiekosten, indien het bedrijf tijdelijk geheel of gedeeltelijk in opdracht van het bevoegd openbaar gezag moet worden gesloten, als gevolg van:

  1. Besmettelijke ziektes

  2. Infectueuze ziektes

  3. Quarantainebepalingen

  4. Aanwezigheid van ongedierte

Maximum uitkeringstermijn voor de verzekerde extra bedrijfskosten bedraagt 52 achtereenvolgende weken, te rekenen vanaf het tijdstip van de gebeurtenis.

[…]”

2.7.

Aan het polisblad is een specificatie met 28 regels gehecht. In die specificatie staat

– voor zover hier van belang – :

“Verzekerd bedrag o/oo

Premie

Bestemming

Opmerking

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

1.038.831,00

(…)

714,20

Aparthotel ’t Suyderduijn B.V

Gebouw

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

7.478.915,00

(…)

14.022,97

Hotel/congrescentrum/Aparthotel

Getaxeerd inventaris (…)

1.01.085,00

(…)

2.064,53

Hotel/congrescentrum/Aparthotel

Ongetaxeerd inventaris (…)

212.500,00

(…)

398,44

Hotel/congrescentrum/Aparthotel

Werkmaterieel

8.000.000

(…)

5.500,00

Hotel/congrescentrum/Aparthotel

Bedrijfsschade (…)

9.187.097,00

(…)

6.316,13

Strandhotel Golfzang

Gebouw

2.000.000,00

(…)

1.375,00

Strandhotel Golfzang

Ongetaxeerd inventaris (…)

2.000.000,00

(…)

1.375,00

Strandhotel Golfzang

Bedrijfsschade (…)

(…)

(…)

(…)

(…)

(…)

7.065.924,00

(…)

4.857,82

hotel het Hoge Duin

Gebouw

1.530.000,00

(…)

1.051,88

hotel het Hoge Duin

Inventaris

3.000.000,00

(…)

2.062,50

hotel het Hoge Duin

Bedrijfsschade (…)

(…)

€ 83.157,40”

2.8.

De Nederlandse Beursvoorwaarden voor zaak- en bedrijfsschadeverzekering (NBZB 2006) (verder: de polisvoorwaarden) luiden – voor zover hier van belang – :

“Artikel 1 BEGRIPSOMSCHRIJVINGEN

Van de termen die cursief zijn weergegeven is in dit artikel een begripsomschrijving opgenomen.

In deze voorwaarden wordt verstaan onder:

[…]

1.6

EXTRA KOSTEN

De kosten die worden gemaakt om de bedrijfsschade te beperken.

[…]

1.8

GEVAARSOBJECTEN

De gebouwen, bedrijfsuitrusting/inventaris en/of goederen in de gebouwen op het (de) in het polisblad omschreven adres(sen).

[…]

ARTIKEL 2 OMVANG VAN DE DEKKING

2.1

DEKKING

Verzekerd wordt het zakelijk belang tegen schade als vermeld in artikel 2.1.1 en 2.1.2 indien en voor zover de schade het gevolg is van een gebeurtenis waarvan voor partijen ten tijde van het sluiten van de verzekering onzeker was dat daaruit voor verzekerde schade was ontstaan dan wel nog zou ontstaan.

[…]

2.1.2

BEDRIJFSSCHADE

De vermindering van de brutowinst - onder aftrek van de eventuele besparingen - van het op het polisblad omschreven bedrijf van verzekerde, die gedurende de schadevergoedingstermijn is opgetreden, als gevolg van schade aan of verlies van de gevaarsobjecten tijdens de duur van deze verzekering ontstaan, veroorzaakt door de in artikel 2.2. genoemde gevaren/gebeurtenissen, ongeacht of deze gevaren/gebeurtenissen zijn veroorzaakt door de aard of een gebrek van het gevaarsobject.

Bedrijfsschade als gevolg van schade aan of verlies van de gevaarsobjecten ongeacht door welke oorzaak - behoudens de in artikel 2.4 genoemde uitsluitingen - is gedekt als die oorzaak het directe gevolg is van een verzekerd gevaar/gebeurtenis, onverschillig waar dit heeft plaatsgevonden.

[…]

ARTIKEL 5 EXTRA KOSTEN (BEDRIJFSSCHADE)

5.1

De extra kosten worden vergoed tot maximaal het bedrag van de vermindering van de bedrijfsschade dat binnen de schadevergoedingstermijn met de extra kosten is bereikt.

[…]

ARTIKEL 21 TOEPASSELIJK RECHT

Op deze verzekering is Nederlands recht van toepassing.

ARTIKEL 22 GESCHILLEN

Alle geschillen betreffende deze overeenkomst zijn onderworpen aan de uitspraak van de bevoegde rechter te Amsterdam of Rotterdam.

[…]”

2.9.

Bij e-mail van 1 oktober 2020 schrijft [naam 1] van EMN, de schade-expert van NN c.s., aan [naam 2] van Von Reth Expertise, de schade-expert van Zuiderduin c.s. – voor zover hier van belang –:

“[…]

Ik heb even naar Tushold Wijk aan Zee gekeken.

Ik wil het volgende voorstellen:

Golfzang: extra kosten minimaal € 111.000,00

Hogeduin: extra kosten minimaal € 107.500,00

Zuiderduin: extra kosten minimaal € 225.000,00

[…]

Geen akte, maar je bevestig[t] per mail de bedragen.

[…]”

Hierop heeft [naam 2] dezelfde dag per e-mail – voor zover hier van belang – geantwoord: “[…] Bedragen akkoord. […]”

2.10.

Op 6 oktober 2020 bracht [naam 1] van EMN zijn rapport van expertise uit. Hierin staat – voor zover hier van belang – :

“[…]

Schadeomvang

Door verzekerde zijn diverse acties en maateregelen genomen om een deel van zijn omzet te kunnen behouden en/of terug te winnen. Hierbij heeft verzekerde vooral veel media-activiteiten ontwikkeld. Dit om vooral maar te benadrukken en onder de aandacht te brengen bij (potentiële) gasten dat van de hotelfaciliteiten gewoon gebruik gemaakt kon worden.

[…] In totaal werd hierbij een overzicht van extra kosten gepresenteerd […]. Betreft extra kosten die gemaakt zijn tot en met 15 september 2020.

[…] De uiteindelijk door ons vastgestelde extra kosten bestaan uit meerdere onderdelen. De belangrijkste daarvan waren de kosten in verband met de media uitingen. Verzekerde heeft via radio en TV meerdere campagnes gevoerd. Ook is er sprake van overige extra reclame- en advertentiekosten, benodigde beschermingsmiddelen en extra kleding voor personeel, extra personeelskosten in verband met noodzakelijk handlingskosten. […]

Schadevaststelling

Wij hebben de schade als volgt begroot en vastgesteld.

Hotel Zuiderduin:

Kosten media uitingen via radio en TV

€ 60.000,00

Overige extra reclame en advertentie

€ 11.500,00

Extra kleding en beschermingsmiddelen minus restantwaarde

€ 24.000,00

Extra personeelskosten

€ 129.500,00

Totaal, exclusief btw

€ 225.000,00

Hotel Hogeduin:

Kosten media uitingen via radio en TV

€ 60.000,00

Overige extra reclame- en advertentie

€ 3.500,00

Extra kleding en beschermingsmiddelen minus restantwaarde

€ 17.500,00

Extra personeelskosten

€ 26.500,00

Totaal, exclusief btw

€ 107.500,00

Hotel Golfzang:

Kosten media uitingen via radio en TV

€ 60.000,00

Overige extra reclame- en advertentie

€ 4.000,00

Extra kleding en beschermingsmiddelen minus restantwaarde

€ 19.000,00

Extra personeelskosten

€ 28.000,00

Totaal, exclusief btw

€ 111.000,00

[…]

Wij hebben nadrukkelijk aan partijen kenbaar gemaakt, dat de schade onder nadrukkelijk voorbehoud van polis dekking is vastgesteld.

[…]”

3. Het geschil

3.1.

Zuiderduin c.s. vordert – samengevat – bij vonnis, voor zover mogelijk uitvoerbaar bij voorraad:

I. voor recht te verklaren dat NN c.s. gehouden is de door experts vastgestelde schade ten gevolge van van overheidswege gedwongen (afwisselend geheel en gedeeltelijke) sluiting per 16 maart 2020 conform het bepaalde in de verzekeringspolis met polis-VNAB nummer [nummer] (de gemaximeerde verzekerde sommen) te vergoeden aan eiseressen;

II. NN c.s. hoofdelijk te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Zuiderduin te betalen € 99.166,67, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, althans 14 januari 2021, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat door betaling door de een de ander gekweten zal zijn;

III. NN c.s. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Golfzang te betalen € 99.166,67, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, althans 14 januari 2021, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat door betaling door de een de ander gekweten zal zijn;

IV. NN c.s. te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Hoge Duin te

betalen € 99.166,67, althans een door de rechtbank in goede justitie te bepalen bedrag, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, althans 14 januari 2021, althans vanaf de datum van dagvaarding, althans vanaf een door de rechtbank in goede justitie vast te stellen datum, tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat door betaling door de een de ander gekweten zal zijn;

V. NN c.s. hoofdelijk te veroordelen tegen behoorlijk bewijs van kwijting te vergoeden de buitengerechtelijke kosten, nader door de rechtbank conform de toepasselijke staffel te begroten, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf een door de rechtbank in goede justitie te bepalen dag tot aan de dag der algehele voldoening, met dien verstande dat door betaling van de een de ander gekweten zal zijn;

VI. NN c.s. hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, met dien verstande dat door betaling door de een, de ander gekweten zal zijn;

VII. NN c.s. hoofdelijk te veroordelen in de nakosten, met dien verstande dat door betaling door de een, de ander gekweten zal zijn.

3.2.

NN c.s. voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vorderingen met (hoofdelijke) veroordeling van Zuiderduin c.s. in de kosten van de procedure, de nakosten daaronder begrepen, uitvoerbaar bij voorraad.

4. De beoordeling

4.1.

Op grond van de polisvoorwaarden is deze rechtbank bevoegd om van dit geschil kennis te nemen en is Nederlands recht van toepassing.

4.2.

Hoewel op basis van het besluit aanvankelijk de restaurants in de hotels ten behoeve van hotelgasten open mochten blijven is niet in geschil dat deze later ingevolge het overheidsbeleid in het kader van de pandemie, waarvan het besluit deel uitmaakt, zijn gesloten. De overnachtingsfaciliteiten in de hotels zijn niet gesloten.

Allereerst is in geschil of deze (gedeeltelijke) sluitingen van de door Zuiderduin c.s. geëxploiteerde hotels op grond van het besluit onder de clausule ‘Bijzondere Extra kosten voor Hotelaccommodaties’ (verder: de clausule) vallen. In dat verband gaat het in de eerste plaats om de uitleg van de polis en de clausule in het bijzonder.

verzekerd voorval?

4.3.

Zuiderduin c.s. stelt dat de (gedeeltelijke) sluitingen van de hotels op grond van het besluit onder de clausule vallen. Dit omdat het besluit door het bevoegd openbaar gezag is genomen en de oorzaak van het besluit (het coronavirus/COVID 19) tot één van de in de clausule opgesomde gevaren behoort. Het betreft hier immers een besmettelijke dan wel infectueuze ziekte.

4.4.

NN c.s. betwist dat de (gedeeltelijke) sluitingen op grond van het besluit onder de clausule vallen omdat er geen (directe) relatie bestaat tussen (de oorzaak van) die sluitingen en de door Zuiderduin c.s. geëxploiteerde hotels. NN c.s. voert aan dat de aard en de systematiek van de polis die (directe) relatie vereist en beroept zich daarbij op het feit dat de polis een uitgebreide brandverzekering is en op artikel 2.1.2 van de polisvoorwaarden. Ook voert NN c.s. aan dat zij nimmer hebben beoogd dat de clausule het risico van (een lock down in verband met) een pandemie zou verzekeren. De tekst van de clausule is door Zicht namens Zuiderduin c.s. ingebracht en geformuleerd, zodat onduidelijkheden in de clausule voor rekening van Zuiderduin c.s. dienen te komen.

4.5.

De rechtbank is van oordeel dat de (gedeeltelijke) sluitingen van de hotels van Zuiderduin c.s. op grond van het besluit onder de dekking ingevolge de clausule vallen en baseert dit op het volgende.

4.5.1.

Uitgangspunt is dat de clausule (1) boven de polisvoorwaarden gaat en (2) voorziet in een extra dekking voor bedrijfsschade/extra kosten buiten en boven de dekking die de polisvoorwaarden bieden. Het eerste volgt uit de op het polisblad vermelde prioriteitsbepaling en het feit dat de clausule onder het kopje ‘Aanvullende voorwaarden met betrekking tot horeca risico’s’ staat. Het tweede volgt uit de tekst van de clausule zelf, in het bijzonder het woord tevens in de zin “Deze verzekering dekt tevens extra bedrijfskosten, tot een maximum bedrag van € 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie. Uit de polisdocumentatie, waaronder de aan het polisblad gehechte specificatie, blijkt dat de locaties van Zuiderduin c.s. verzekerde locaties onder de polis zijn, dat er voor Zuiderduin, Golfzang en Hoge Duin een bedrijfsschadedekking is uitgenomen en dat per locatie ook premie is berekend.

4.5.2.

De uitleg van verzekeringsvoorwaarden waarover niet tussen partijen pleegt te worden onderhandeld is met name afhankelijk van objectieve factoren zoals de bewoordingen waarin de desbetreffende bepaling is gesteld, gelezen in het licht van de polisvoorwaarden als geheel en van een eventuele bij de polisvoorwaarden behorende toelichting (HR16 mei 2008, ECLI:NL:HR:2008:BC2793, Chubb/Dagenstaed, en HR 13 april 2018, ECLI:NL:HR:2018:601). Niet beslissend zijn de bedoelingen van partijen voor zover deze niet uit de in de verzekering opgenomen bepalingen kenbaar zijn, maar de betekenis die naar objectieve maatstaven volgt uit de bewoordingen daarvan, tenzij over concrete, voor het geschil relevante, onderdelen van de tekst wél onderhandeld is.

4.5.3.

Niet gesteld of gebleken is dat over de tekst van de clausule is onderhandeld, zodat voor een uitzondering op bedoelde regel geen ruimte is. Dat Zicht de clausule heeft geformuleerd, zoals NN c.s. aanvoert, is door Zuiderduin c.s., onder overlegging van een e-mail van de advocaat van Zicht van 24 augustus 2021, gemotiveerd betwist. Wat daarvan zij, het gaat om een ter beurze gesloten polis en verzekeraars hebben ingeschreven op de tekst van de polis, inclusief deze clausule, kennelijk zonder daarover vragen te stellen.

4.5.4.

Op basis van de gebruikelijke taalkundige betekenis van de bewoordingen van de clausule valt de (gedeeltelijke) sluiting van de hotels op grond van het besluit onder de clausule. Immers, het besluit is genomen door het bevoegd openbaar gezag in verband met het coronavirus/COVID 19 en niet ter discussie staat dat dit virus een besmettelijke of infectueuze ziekte oplevert. Anders dan NN c.s. aanvoert vereist de tekst “indien het bedrijf tijdelijk geheel of gedeeltelijk in opdracht van het bevoegd openbaar gezag moet worden gesloten, als gevolg van: Besmettelijke ziektes” ook niet, dat het gaat om een uitbraak van een besmettelijke ziekte op de betreffende locatie. Voldoende is dat het bedrijf op last van het bevoegd gezag moet worden gesloten en dat die noodzaak tot sluiting het gevolg is van een besmettelijke ziekte. Het besluit is, naar vast staat, genomen in het kader van de COVID-19 pandemie. De noodzaak tot sluiting is dan ook een (rechtstreeks) gevolg van de besmettelijke ziekte in de zin van de clausule.

4.5.5.

NN c.s. voert nog aan dat de aard en het systeem van de polis aan die uitleg in de weg staan omdat er geen sprake is van een verzekerd gevaar in de zin van artikel 2.1.2 van de polisvoorwaarden. Dit argument houdt geen stand omdat de clausule voorziet in een separate, additionele dekking, zodat aan artikel 2.1.2 in dat verband geen betekenis toekomt. Er wordt in de clausule ook niet naar die bepaling verwezen. Het verzekerd voorval dat in de clausule is genoemd is de sluiting van het bedrijf in opdracht van het bevoegd gezag.

Als NN c.s. de gevolgen van een lockdown wegens een pandemie, in de vorm van extra kosten en/of bedrijfsschade, niet had willen verzekeren had zij daarvoor een uitsluiting kunnen opnemen, maar dat is niet gebeurd.

4.6.

Het vorenstaande betekent dat NN c.s. onder de polis aan Zuiderduin c.s. dekking dient te verlenen voor de in de clausule bedoelde extra bedrijfskosten als gevolg van de tijdelijke, (gedeeltelijke) sluiting van de hotels op grond van het besluit.

het maximum en het eigen risico

4.7.

Die dekking is in de clausule gelimiteerd tot “€ 100.000,00 per gebeurtenis en per locatie”. Over de uitleg van deze bepaling en de toepassing van het eigen risico van € 2.500,00 verschillen partijen van mening. Daarbij twisten partijen over de vraag of de (gedeeltelijke) sluitingen van de drie hotels op grond van het besluit als één gebeurtenis of als drie gebeurtenissen moet(en) worden aangemerkt, de toepassing van het eigen risico en de vraag welke extra bedrijfskosten door de (clausule in de) polis worden gedekt.

4.8.

Zuiderduin c.s. stelt dat er sprake is van één gebeurtenis per locatie, dus drie gebeurtenissen, en dat de maximumdekking van € 100.000 geldt voor ieder van de drie getroffen locaties van Zuiderduin c.s., omdat zij alle drie apart onder de polis zijn verzekerd. Omdat de clausule niets bepaalt over het eigen risico en het polisblad niet meer vermeldt dan dat het eigen risico € 2.500,00 bedraagt, dient dit eigen risico in drie gelijke delen in mindering te worden gebracht op de aanspraken van respectievelijk Zuiderduin, Golfzang en Hoge Duin.

4.9.

NN c.s. voert aan dat het maximum geldt per gebeurtenis en per locatie en dat volgens een andere toepasselijke polisclausule een gebeurtenis een voorval of reeks van voorvallen met dezelfde oorzaak is. In dit geval is slechts sprake van één gebeurtenis met één oorzaak, zijnde de vanwege de coronapandemie afgekondigde lock down, die tot een reeks van drie voorvallen met dezelfde oorzaak heeft geleid. Verder voert NN c.s. aan dat het eigen risico geldt voor iedere gebeurtenis. Indien wordt uitgegaan van één gebeurtenis per locatie dient op de aanspraak van respectievelijk Zuiderduin, Golfzang en Hoge Duin telkens het volledige eigen risico in mindering te worden gebracht.

4.10.

De relevante clausule, als geciteerd onder rov 2.6 (hierna: de serieschadeclausule) definieert een gebeurtenis als: een voorval of een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben. Naar het oordeel van de rechtbank, dat op dit punt afwijkt van het voorlopig oordeel ter zitting, leidt de serieschadeclausule ertoe dat weliswaar sprake is van drie verzekerde voorvallen, maar van één gebeurtenis in de zin van de polis. De rechtbank baseert dit op het volgende.

4.10.1.

De onder 4.5.2 vermelde maatstaf dient ook hier te worden gehanteerd.

4.10.2.

De clausule en de serieschadeclausule zijn van gelijk niveau. Voor de uitleg van de polis in overeenstemming met haar structuur betekent dit, dat verschil bestaat tussen een voorval en een gebeurtenis en dat de clausule zo moet worden uitgelegd dat recht gedaan wordt aan dat onderscheid. Zoals in rov. 4.5.5 overwogen is het verzekerd voorval dat in de clausule is genoemd de sluiting van het bedrijf in opdracht van het bevoegd gezag. Gelet op de omstandigheid dat per hotellocatie de dekking werd bepaald moet het bedrijf in deze context gelijk gesteld worden aan de locatie. Nu op basis van hetzelfde besluit van het bevoegd gezag op hetzelfde moment meerdere locaties (gedeeltelijk) zijn gesloten als gevolg van dezelfde pandemie is sprake van een reeks met elkaar verband houdende voorvallen die één en dezelfde oorzaak hebben, te weten het besluit in het kader van de pandemie. Dat betekent, dat ingevolge de serieschadeclausule sprake is van één gebeurtenis en dat het dekkingsmaximum per gebeurtenis dus ziet op de schade ten gevolge van de drie voorvallen samen.

4.10.3.

In het algemeen geldt in het regime van deze polis een eigen risico voor iedere door de verzekering gedekte gebeurtenis. Dat blijkt onder meer uit art. 2.2.6, de garantie ten aanzien van elektrische installaties en de clausule omtrent dakdekkerswerkzaamheden. Een dergelijke structuur is in een polis als deze ook gebruikelijk. Dat dit niet met zoveel woorden op het polisblad is vermeld laat onverlet dat de polis zo moet worden uitgelegd dat dit systeem ook voor de onderhavige extra dekking heeft te gelden nu de clausule niet voorziet in een aparte regeling op dit punt.

4.11.

Het vorenstaande leidt er toe dat Zuiderduin c.s. aanspraak hebben op de onder de clausule gedekte schade tot een maximum van (eenmaal) € 100.000,00 te verminderen met het eigen risico van € 2.500,00, aldus € 97.500,00.

welke extra bedrijfskosten zijn gedekt?

4.12.

Over de omvang van de gedekte schade zijn partijen verdeeld. Zuiderduin c.s. stelt dat deze genoemd maximum overstijgt en verwijst naar de vaststelling van de door partijen benoemde schade-experts zoals vermeld in de onder 2.9 vermelde e-mailwisseling tussen deze schade-experts. Zuiderduin c.s. stelt primair dat het NN c.s. niet vrij staat om aan die schadevaststelling te tornen. Bovendien hebben de schade-experts al zo terughoudend naar de schadeposten gekeken dat daarover in redelijkheid geen discussie kan zijn. Subsidiair biedt Zuiderduin c.s. aan de schadeposten opnieuw te bekijken, waarbij zij opmerkt dat de schade-experts zijn gestopt met de schadevaststelling op een moment dat de onder de clausule gedekte schade nog doorliep. Voor zover nodig biedt zij bewijs van de gestelde schade aan.

4.13.

NN c.s. betwist de gestelde omvang van de schade. Zij voert aan dat onder “extra bedrijfskosten (…) voor het verlies van exploitatiekosten” moet worden verstaan schade bestaande uit (i) extra bedrijfskosten die worden gemaakt vanwege (ii) een al dan niet gedeeltelijke sluiting van het bedrijf als gevolg van één van de vier omschreven gevaren. Alleen de post personeelskosten komt voor dekking in aanmerking.

4.14.

Uit de conclusie van antwoord (randnr. 30) maakt de rechtbank op, dat als er dekking is verzekeraars bereid zijn die post personeelskosten te erkennen. Nu de daarvoor opgenomen bedragen het gedekte bedrag van € 100.000 overschrijden kan de verdere discussie op dit punt onbesproken blijven, is bewijslevering niet nodig en is de vordering in zoverre toewijsbaar. Vanwege die overschrijding kan bespreking van de andere schadeposten als zonder belang voor de beslissing achterwege blijven.

4.15.

Het voorgaande betekent, dat een bedrag van € 97.500 toewijsbaar is voor de drie locaties samen. Uit de wijze waarop de vordering is ingestoken maakt de rechtbank op dat Zuiderduin c.s. een beslissing wensen per eiseres. Nu per locatie de gestelde en niet betwiste personeelskosten als vermeld in het expertiserapport van EMN respectievelijk bedragen

€ 26.500 (Hoge Duin), € 28.000 (Golfzang) en € 129.500 (Zuiderduin) (in totaal € 184.000) komt dat voor Zuiderduin neer op (€ 97.500 x (129.500/184.000 x 100=) 70,38 % =)

€ 68.620,50, voor Golfzang op (€ 97.500 x (28.000/184.000 x 100 =) 15,22% =)

€ 14.839,50 en voor Hoge Duin op (€ 97.500 x (26.500/184.000 x 100 =) 14,4% =)

€ 14.040,00.

Tot betaling daarvan zal de rechtbank NN c.s. niet hoofdelijk (de grondslag daarvoor ontbreekt), maar naar rato van hun aandeel onder de polis, veroordelen als na te melden, waarbij het eigen risico naar evenredigheid is verdeeld over de drie eiseressen.

Niet is gesteld, en evenmin valt in te zien, welk belang Zuiderduin c.s. naast deze veroordeling heeft bij een verklaring voor recht als onder I. gevorderd, zodat die vordering wordt afgewezen.

4.16.

Tegen de (primair) gevorderde ingangsdatum van de rente is geen verweer gevoerd, zodat die in zoverre toewijsbaar is.

4.17.

Dat buitengerechtelijke kosten zijn gemaakt is betwist, niet nader onderbouwd en volgt ook niet uit de stukken. Op dit punt wordt de vordering afgewezen.

4.18.

NN c.s. worden als de voornamelijk in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten veroordeeld, niet hoofdelijk maar naar rato van hun aandeel onder de polis. De kosten aan de zijde van Zuiderduin c.s. worden begroot op:

  • -

    dagvaardingen € 171,62 (2x € 85,81)

  • -

    griffierecht € 4.200,00

  • -

    salaris advocaat € 2.228,00 2 punten x tarief IV ad € 1.114,00 per punt

totaal € 6.599,62.

4.19.

De gevorderde nakosten zullen worden toegewezen als na te melden.

5. De beslissing

De rechtbank

veroordeelt NN c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Zuiderduin te betalen

€ 68.620,50 (zegge: achtenzestigduizend zeshonderd twintig euro en vijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, aldus dat NN 40% en HDI en Zurich ieder 30% van dat bedrag dienen te betalen;

veroordeelt NN c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Golfzang te betalen

€ 14.839,50 (zegge: veertienduizend achthonderd negenendertig euro en vijftig cent), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, aldus dat NN 40% en HDI en Zurich ieder 30% van dat bedrag dienen te betalen;

veroordeelt NN c.s. tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Hoge Duin te betalen

€ 14.040,00 (zegge: veertienduizend veertig euro), te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 15 oktober 2020, aldus dat NN 40% en HDI en Zurich ieder 30% van dat bedrag dienen te betalen;

veroordeelt NN c.s., in de proceskosten, aan de zijde van Zuiderduin c.s. tot op heden begroot op € 6.599,62 (zegge: zesduizend vijfhonderd negenennegentig euro en tweeënzestig cent), aldus dat NN 40% en HDI en Zurich ieder 30% van dat bedrag dienen te betalen;

veroordeelt NN c.s. in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat NN c.s. niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak, aldus dat NN 40% en HDI en Zurich ieder 30% dienen te betalen;

verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;

wijst af het meer of anders gevorderde.

Dit vonnis is gewezen door mr. P.F.G.T. Hofmeijer-Rutten en in het openbaar uitgesproken op 12 januari 2022.

2515/106

De gegevens worden opgehaald

Hulp bij zoeken

Er is een uitgebreide handleiding beschikbaar voor het zoeken naar uitspraken, met onder andere uitleg over:

Selectiecriteria

De Rechtspraak, Hoge Raad der Nederlanden en Raad van State publiceren uitspraken op basis van selectiecriteria:

  • Uitspraken zaken meervoudige kamers
  • Uitspraken Hoge Raad en appelcolleges
  • Uitspraken met media-aandacht
  • Uitspraken in strafzaken
  • Europees recht
  • Richtinggevende uitspraken
  • Wraking

Weekoverzicht

Selecteer een week en bekijk welke uitspraken er in die week aan het uitsprakenregister zijn toegevoegd.